De St. Michaëlskerk in Zwolle

Een digitale ontdekkingsreis door, op en onder een gotische kerk uit Zwolle's Gouden eeuw! 

                       

Chronico de Ecclesia S.Michaelis Archangeli et Swollensis

Kroniek van de St.Michaëlskerk te Zwolle

Chronologische lijst van evenementen en bouwactiviteiten in, aan en rondom de St.Michaelskerk te Zwolle

Samenstelling: Harry Vrielink

 

© Stichting Levende Stadsgeschiedenis Zwolle

19 april 2001

 

kronie1.jpg (87538 bytes)

Jaar                                                        Vermelde werkzaamheden

765

Bouw van het eerste kerkje door de Engelse missionarissen Liafwin (St.Lebuinus) geholpen door Marchelm (St.Marcellinus). Het primitieve kerkgebouwtje bestond uit eikenhouten balken, stro, leem en werd met koeienhuiden bekleedt.

772

Verwoesting van het kerkgebouwtje door de Saksers, die kennelijk nog niet waren verdreven door Karel de Grote.

773

Bouw van een nieuwe kerkje waarvoor de Liudger (St.Ludgerus) opdracht kreeg vanuit Utrecht door Abt Gregorius, de later bisschop van Utrecht.

790-800

Tweede opstand der Saksers, doordat Lebuinus op de Markelose berg een heiligdom van hen weet te verwoestten. Wilde horden Saksers laten sporen van vernielingen aan. De handelsnederzetting, het latere Zwolle wordt met de grond gelijk gemaakt en van de kerk bleef niets gespaard.

81

Herbouw van het kerkgebouw in opdracht van Liudger (overl. 854)

1000

Het kerkgebouw en de handelsnederzetting worden voor de tweede keer verwoest door opkomende horden Vikingen die vanuit de Zuiderzee de IJssel opstromen. Zelfs Deventer en Zutphen worden bezocht (In Zutphen vindt met in 1995 sporen van een massagraf van vermoorde burgers nabij de Walburgstoren. Door Antwerpse kooplieden werd de legende van "Sint Michael" aan de bewoners van de nederzetting verteld. E op voorspraak van de Heilige Michael werden de ":Noormannen" met hun "Draken"(boten)   voorgoed verdreven en bouwde men aan een nieiuwer groter kerkgebouw die men noemde naar Sint Michael,de strijder tegen het kwade. 

1040

De Utrechtse bisschop St. Bernulphus (overl. 1054) bevestigd op 7 december de parochie St.Michael te Zwolle en draagt de kerk over aan het kapittel St. Lebuinus te Deventer. Op zijn inititatief wordt in Zwolle een begin gemaakt met de bouw van een romaanse basiliek.

1093

Bevestiging van de schenking van Bernulphus aan het kapittel te Deventer door de Utrechtse bisschop Koenraad van Zwaben. 

1207

Bevestiging van de schenking van Bernulphus aan het kapittel te Deventer door de Utrechtse bisschop Dirk II van de Are. 

1223

In september van dat jaar bezocht de Utrechtse Bisschop Otto van der Lippe de kerk samen met zijn broer de Graaf van der Lippe en de bisschoppen van Bremen en Munster, de kerk kreeg een aantal belangrijke giften. De handelsnederzetting Zwolle werd belast met de inkwartier van Stichtse, Munsterse en Bremer soldaten die meegevochten hadden om de strijd bij Harculo en de belegering van het Slkot Voorst en de Buckhorst.

1252

De Utrechtse bisschop Hendrik I van Vianden verleent het kapittel St. Lebuinus te Deventer het recht priesters aan te stellen voor het ambt van "plebaan" voor de St. Michaelskerk te Zwolle.

1230

De Utrechtse bisschop Willebrand van Oldenburg bezoekt Zwolle en schenkt de inwoners De stadsrechten door middel van de overhandiging van de stadsbrief, hierna vindt zijn huldiging als landheer in de Romaanse Sint Michaelskerk.

kronie3.jpg (120701 bytes)

 

·         Stadszegel 1295 met Sint Michael

1324

Grote Stadsbrand in Zwolle aangestoken door roofridder Zweder van Voorst waarbij waarschijnlijk een deel van het kerkgebouw in vlammen opgaat. Zeker zal het kerkgebouw veel schade hebben ondervonden van deze brand. Gerardus Coccius vermeld in zijn kroniek, dat er slechts negen huizen en het klooster Bethlehem gespaard zouden zijn. De romaanse basiliek van St.Michael moet zeer zeker vrijstaand zijn geweest van de overige bebouwing. Aan te nemen valt dat het kerkgebouw voor het grootste gedeelte bleef staan. Toen de voorbereidingen voor de belegering van het slot Voorst werden voorbereid werden oestels, blijden en stormrammen achter in de St.Michaelskerk opgeslagen. 

1362

De Utrechtse bisschop Jan IV van Arkel geeft, tijdens zijn verblijf in de stad Zwolle, opdracht het kerkgebouw te vergroten. Hij geeft de Zwolse burgers toestemming bouwresten van het deels gesloopte slot en roofnest De Voorst te bestemmen voor de uitbreiding van het kerkgebouw. In februari 1363 worden karren vol met tufsteen en bakstenen van het roofslot gebruikt voor het bouwen van een toren waartoe Bisschop Jan van Arkel opdracht gaf.

1365

Stichting van het St. Johannes altaar en het Sint Nicolaasaltaar en de broederschappen   in de St.Michaelskerk 

1365-1369

Algehele ophoging van de kerkgrond tot 3,5 en 4 meter boven NAP.

1368

Stichting van het Heilig Sacramentsaltaar en broederschap in de St.Michaelskerk

1370-1400

Bouw van de koorsluiting van drie gotische koren als eindpunt van de drie geplande beuken. Een aantal huizen rondom het riviertje "de Aa" en rond het oude "Raethuijs" worden gesloopt. Hesselius Heijinck (1316-1376) kanunnik van St. Jan te Utrecht en rector van de St. Michaelskerk te Zwolle maakt nieuwe plannen bekend van de Bouw van een nieuwe gotische kerkgebouw. De bouw van de koorsluiting is het begin van de bouwactiviteiten waarvoor slechts mondjesmaat geld ter beschikking komt. Mede in opdracht van de kerkmeesters Henric Tideman Remboltsz en Seyno van den Wather, die Olde (tevens Overste olderman) namen de bouwactiviteiten stevig aan. Conrad van Gherisheijm werd als bouwmeester aangetrokken alsmede meester Lambert de chef-steenhouwer (in der Loedse). De werkplaats werd indertijd op het Grote Kerkhof geplaatst. Voor het kerkgebouw werd rode baksteen gebruikt vermengd met grijze tufsteen gefundeerd op Drakenfelder-en Bentheimer steen.

1376

Reynaldus van Drynen, vriend van Geert Grote, wordt rector en pastoor van de St.Michaelskerk en verklaart door Paus Gregorius IX het recht te hebben verworven om vicarissen te benoemen. Dit stuit op groot verzet van het kapittel te Deventer. Pastoor van Dryen wordt opgevolgd door Coenraad van Hengelo.

1378

Henricus de (van) Compostelle wordt bouwpastoor en neemt met kracht de nieuwbouw ter hand.

1381

Stichting van het St.Anthonius altaar en broederschap in de St. Michaelskerk

1384

Stichting van het St. Catharina altaar en broederschap in de St.Michaelskerk

1393

Stichting van het St.Joost altaar en broederschap in de St. Michaelskerk

1395

Meister Joannes Cele wordt organist en koordirigent.. De grote Magister Johan Cele (1340-1417) is tevens vermaard rector van de "Zwolse School"

1395

Stichting van het St. Ursula altaar en broederschap in de St.Michaelskerk

1396

Stichting van het Heilig Petrus en Paulus altaar en broederschap in de St.Michaelskerk

1398-1399

Het kapittel van Deventer besluit om een akkoord te treffen met de Zwolse pastoor Henricus van Compostelle inzake het benoemingsrecht. Hiervoor worden Rembertus de List en Fredericus Hulschere, respectievelijk deken en kanunnik van het Deventer Kapittel benoemd. 

1399

Op 14 maart wordt Bertrandus de Arnassano, elect van het bisdom Paderborn door de Paus benoemd tot een grondig onderzoek en tot uitspraak te komen. Paus Bonifatius IX verleent in datzelfde jaar een aflaat aan allen die bij de bouw van de parochiekerk de helpende hand bieden. Echter wordt ook een aflaat verleend aan hen die helpen bij de bouw van een kapel ter ere van Onze Lieve Vrouw ten hemelopneming. Een en ander heeft tot gevolg dat de bouwactiviteiten slechts moeizaam op gang komen. (Thomas Hemerken van Kempen bezoekt Zwolle in 1399 maar trekt bijvoorbeeld naar de in aanbouw zijnde O.L.Vrouwkapel.) De schepenen van de stad lenen daarom 100 oude schild aan "meister Henric v. Compostelle, unse Kerckheer" voor de voortgang van de kerkbouw.

1400

De Stad Zwolle betaalt "Meister Willem Backerweerde" 4 oude schild voor geleverde werken in de St.Michaelskerk. Tevens wordt aan "Meister Bertholde Backerweerde de beeldensnyder 238 Keijzers Schild gheleend tot behoef der Sunte Michielskercke". De schepenen besluiten de pastoor nog meer geld te lenen voor de kerkfabriek: "So hefft die Stadt gheleent an meister Henric v. Compostelle 100 Engelsche Nobile, daer sijn brieff is in die kist ghelegt

1402

Op 23 september verleent pastoor Henricus de Compostelle aan Ridder Roelof van Ittersum de oprichting en stichting van het St. Laurentius altaar in de Sint Michaelskerk

1403

Aan de kerkmeesters "Ghert then Bussche, Schepen cameraar ende Wolter ten Weerde en Herman ten Oever" worden 112 Engelse "Nobilen" geleend. In de 6e maand vermeld de maandrekeningen van de stad dat de Schepen-tymmermeister 200 oude schild heeft uitgegeven "tot behoeff der tymmeringhe an die Sunte Michielskercke ". Bij de sloop van de oude Romaanse kerk worden meer dan "20 voet hardsteen van den Groete Kerckhove" naar de Rode Toren gebracht voor het vervaardigen van een rondeel. Ook "meister Willem Backerwerde" ontvangt 2 olde schild en 6 gulden voor werkzaamheden in de kerk. Op 2 mei vindt de wijding plaatst van het Sint Laurentius altaar door de Utrechtse bisschop Frederik III van Blankenheim in aanwezigheid van pastoor Henricus de Compostelle en Ridder Roelof van Ittersum, raadsheer van de bisschop. Op 24 augustus bevestigt pastoor Henricus de Compostelle de stichting van een altaar van het Heilig Sacrament en de Heilige Geest. Op 22 september vindt de wijding van het St. Gregoriusaltaar plaats door de Utrechtse wijbisschop Mathias, Bisschop van Biduane. Op "dinxdages na Pontiane" wordt de Utrechtse bisschop Floris van Wevelinckhoven in de stad ontvangen. In de St. Michaelskerk vindt zijn inhuldiging plaats waarna hij in het oude raadhuis wordt verwelkomd met een groots aangericht banket. 

1404

Stichting van het Onze Lieve Vrouwaltaar en broederschap in de St.Michaelskerk 

1406

Op 4 juni verklaart Henric van Compostelle, bouwpastoor van de St.Michaelskerk dat hij toestemming heeft gekregen van de Utrechtse bisschop Frederick van Blankenheim(1393-1423) en de Schepenen van de Stad Zwolle tot uitbreiding van de kerkgrond voor het bouwen van het westelijke deel van de nieuwe kerk. Hiervoor worden een aantal huizen rondom het Grote Kerkhof gesloopt. Ook stemt hij in met de sloop van de oude pastorie die hier gestaan heeft. Het oude deel van de romaanse kerk was te klein en het nieuwe gedeelte van de kerk aan de oostzijde was niet ruim genoeg om het aantal kerkgangers. Op 10 oktober wordt een begin gemaakt met het leggen van fundamenten voor de bouw van de Michaelstoren; onder de dorpel (drempel) van de te bouwen toren wordt symbolisch een geldstuk, een gouden Franse Kroon, gelegd. 

1407

Meester "Henric den Kystemaiker" wordt betaald voor werkzaamheden in de kerk. 

1410

Voor de aankoop en het vervoer van 12 apostelbeelden, die volgens kerkelijke traditie in het hoogkoor geplaatst zouden worden, wordt 22 gulden betaald.

1411

Begin december wordt melding gemaakt: "van den ghehemelt (gewelf) boven daer die Schepenen plegen te staan up den onsser Vrouwenkoer betaelt 8 gulden". Kennelijk is hiermee de baldakijn bedoeld van het schepengestoelte.

1414

Een van de eerste zware volslag luidklokken voor de Michaelstoren wordt ter plekke gegoten. De klok draagt de naam "Sunte Maarten". 

1415

Op 3 mei van dat jaar leggen de meerderheid van de geestelijkheid hun werk neer uit protest van de ondersteuning van de Schepenen en magistraten van de bissvhopskandidaat die niet door de Paus wordt ondersteund. Meester Cele, sluit het orgel en staakt zijn werkzaamheden, in mei 1417 sterft hij in zijn pand m aan de Keixzerstraat nummer 3 (nu Papenstraat).

1420

610 "olde schild" wordt door de Stad Zwolle geleend aan de kerk af te lossen over 7 jaar. Tevens worden "14.000 grote steens" geleverd aan de kerk, voor de afbetaling wordt een regeling getroffen door de Schepenen en de Kerkmeesters. Het lood dat van de oude, inmiddels gesloopte oude toren is gekomen heeft 629 gulden en 13 plakken opgebracht. De Schepenen besluiten om aan de kerkmuur aan noordzijde het "wachthuijs " te bouwen. De Schepen-tymmermeister heeft hiervoor ontvangen hout, dakpannen en bouwmateriaal dat beschikbaar kwam bij de afbraak van het oude vleeshuis en andere huizen die voor de uitbreiding van het nieuwe kerkgebouw werden gesloopt. Kennelijk was de verdediging van de Rode Toren voltooid want de overgebleven stenen werden bestemd voor de bouw van de nieuwe toren die in volle gang was: "duysent groete steens van buiten de Rode Toern achter de Kercktoern te voeren 2 gulden ende 2 plak, derhalve die dachueren den steen voor vlijen achter den kercktoern". Stichting van het St. Gregorius altaar en broederschap in de St.Michaelskerk

1426

De klokspijs voor de klokken in de nieuwe kerktoren worden afgelost aan: "den Koermeister van Vollenhove". In dat jaar is er sprake van het leggen van "ein matte" in het O.L.Vrouwekoor en het maken van "twee Cronen in onsser leven Vrouwen Choer". 

1429

Op 24 januari vindt de stichting plaats van het St. Maarten of Martinus altaar 

1431

Stichting van het St. Jacobus altaar en broederschap in de St.Michaelskerk te Zwolle.

1432

In dat jaar is er sprake van twee gewijde altaarstenen in de parochiekerk. Ruim 5000 stenen uit Harculo stellen de Schepenen van de stad beschikbaar voor het "welven" van de kerk. Verder worden 24.000 IJssel stenen en kalk beschikbaar gesteld voor het plaveien van het "Groote Kerkhof". Op 4 juni bezoekt de Bisschop van Macor de stad als afgezant van Paus Eugenius IV om met de Magistraat van de stad Zwolle van gedachten te wisselen over de meningsverschillen tussen de Hanzesteden en de Bourgondische Hertog Philips van Blourgondie. Hij werd vergezeld door een groot gezelschap van wel meer dan 10 paarden die de Kamperpoort binnenreden. Na een plechtige viering in de Sint Michaelsskerk trok hij naar het Raadhuis. In de stadswijnkelder (de voorloper van het Stadswijnhuis) werd het Bischoppelijk gezelschap getrakteerd op een stevige maaltijd. Zij verschalkten: een ram, een kwart rund, drie reigers, een steur, zalm, brasems en andere gerechten die het Stadsbestuur had besteld om de Bisschop gunstig te stemmen voor de kadidatuur van de elect Rudolf van Diepholt. 

1433

Rudolf van Diepholt wordt als landsheer en bisschop van Utrecht ingehaald. In een plechtige processie trekt men naar de Sint Michaelskerk waar een plechtige Heilige Mis wordt opgedragen en het "Te Deum" wordt aangeheven. Daarna trekt de stoet naar het Raadhuis waar de landheer de privileges van de stad bekrachtigt. 

1440

Stichting van het St. Lucas altaar en broederschap in de St.Michaelskerk.

1441

Aanschaf van een getijdenboek ten behoeve van de Schepenen op het O.L.Vrouwkoor. 

1442

Aan Arend "den Steenmetselar" wordt in de 12e maand geld gegeven voor het maken van "eyn spynde in de Sunte Michielskercke opt Vrouwenkoer by den Schepenbanke". Het nieuwe Vleeshuis wordt tegen de noordelijke kerkmuur gebouwd: "Augustus Meister Aernt en opperknechten ende Johan Potgieters den Schepen tymmermeister dakpannen ghelegt om ’t Vleyschuijs te decken". 

1443

In dat jaar is er sprake tot voltooiing van de Michaelstoren Meester Johan de uurwerkmaker wordt genoemd naast bouwmeesters als Johan Remboldings en "Ghert den Holtsnyder ende syn ghesellen" die we later in dat jaar tegen komen bij de bouw van de Raadtoren. De toren was slank en vrij hoog: "de hoogte des toerns tot aen die spitze des pijnappels is 573 voet". Een uitmuntend klokkenspel en een fraai uurwerk sierden de toren. Boven de ingang was, onder een afdak, een metershoog beeld van St.Michael aangebracht Stichting van het Maria Magdalena altaar en broederschap in de St.Michaelskerk 

1444

In de 11e maand wordt 15 gulden en 15 plak betaald aan "Meister Johan van Kregheling um de Sunte Michielsbeelde te houwen" In dezelfde maand wordt betaald voor herstel van het Katherina altaar en die van "Trium Regum" (Driekoningenaltaar). 

1446

De voltooiing van de toren is bijna gereed, in augustus wordt ze getroffen door bliksem, de schade is echter beperkt. Bouwmeester is op dat moment Meester Berend van Covelens die opdracht geeft voor het maken van een spits van licht bouwmateriaal mede door de slechte toestand van de fundamenten van de toren. 

1450

In dat jaar is er sprake tot voltooiing van de toren Meester Johan de uurwerkmaker wordt genoemd naast bouwmeesters als Johan Remboldings en "Ghert den Holtsnyder ende syn ghesellen voor het snyden van hout in 7 dagen voor den toern en aen Rutger den Leyendecker betaelt 27 gulden "voor den stad toern te helpen decken". De toren was slank en vrij hoog: "de hoogte des toerns tot aen die spitze des pijnappels is 573 voet". Een uitmuntend klokkenspel en een fraai uurwerk sierden de toren. Het kerkgebouw was nog niet voltooid en er worden opnieuw stenen gekocht van de kerkmeesters van de Onze Lieve Vrouwenkerk te Zalk. De stenen worden per schip naar Zwolle gebracht. Stichting van het Heilig Kruisaltaar en broederschap in de St. Michaelskerk.

1451

Kardinaal Nicolaas van Cusa verleent een aflaat voor diegenen die de parochiekerk bezochten en werkten aan voltooiing en herstel van vele ornamenten in en aan het kerkgebouw. Kennelijk was men nog bezig met de welving der kerk aan de westzijde. Het steigermateriaal en overig bouwmateriaal wordt verkocht.

1453

Stichting van het St. Barbara altaar en broederschap in de St.Michaelskerk

1454

De kerkmeesters nemen geld op om een deel der kerk te overwelven.

1456

Op 18 september wordt de Utrechtse bisschop David van Bourgondie als landsheer van het Sticht plechtig ingehaald. Even voor de Sassenpoort stonden Schepenen en geestelijkheid de stoet op te wachten, komende vanuit Deventer.  Vergezeld door een statige stoet van edelen en geestelijkheid en een enorme legerschare trok de bisschop de stad binnen. Tussen   fraai uitgedoste Bourgondische landknechten en de Stichtse Adel  reed eveneens Hertog Philips van Bourgondie de stad binnen. In de Sint Michaelskerk werd de hoogmis opgedragen waarna het "Te Deum" werd gezongen ter ere van de kerkvorst. Op het Raadhuis werden de privileges van de stad door de landsheer bevestigd. Hertog Filipsvan Bourgondie en de Utrechtse bisschop David van Bourgondie werden daarna vergezeld op hun tocht naar het bisschoppelijke slot te Vollenhove. 

1459

Aan het Zwolse klerkenhuis wordt opdracht gegeven om 3 boeken te schrijven: "item te leveren wij oick een passionaal in latijne in den jair lxxii dat lijt op onser vrouwen koer ende gheschreven in der fratershuis en gekocht voor 5 gold en 2 gulden". De "meester van Zwolle" Johan van der Mynnesten krijgt opdracht om " sess pyleren op unse lieve Vrouwen koer te stofferen". Aangenomen mag worden de de twee overgebleven fresco’s in dit koor van zijn hand zijn, evenals de nog verborgen fresco's tegen de oostwand. Er komt nieuw meubilair voor het schepengestoelte waar "Meyster Willem Kystemaker met sijn soons einen zwairn ballich (zware balk) en 7 wagenschotten wist te verwerken. Meester Hendrik Verdriet krijgt opdracht de altaarkast van het O.L.Vrouwenaltaar te vervaardigen: "Het onsser Leven Vrouwen huysken mitte vier tornkens ende ein zoldering ende ribben". 

1462

Meester Herman de Beeldensnijder vervaardigt 2 pilaren voor het Onze Lieve Vrouwenkoor waar engelenbeelden op komen te staan van meester Johan van Millingen. In de Michaelstoren wordt de zogeheten "poort- of rechtklok" gehangen.

1463

Meester Johan van der Mynnesten krijgt opdracht om het Schepengestoelte op het O.L.Vrouwenkoor te vergulden.

1464

Bouwmeester Berend van Covelens (Koblenz) krijgt de opdracht kapitelen te vervaardigen aan de pijlers van de kerk. Bouwmeester Berend van Covelens is waarschijnlijk ook de bouwer geweest van het Noorderportaal, die in dat jaar werd voltooid door het plaatsen van een beeld van St.Michael op de torenspit van dit portaal. Stichting van het St.Michael altaar en broederschap in de St.Michaelskerk. Meester "Johan den Maelre" wordt opdracht gegeven te "stofferen" en te vergulden op het O.L.Vrouwenkoor. (Wellicht wordt hier Meester Johan van den Mynnesten mee bedoeld). Voor het O.L.Vrouwenkoor wordt een "syden doeck van 11,5 elle met ringen aangeschaft.

1465

In de 6e maand, zo vermelden de Zwolse maandrekeningen, krijgt Johan van der Mynnesten de opdracht een afbeelding van "Sunte Herasmus" (Erasmus) te maken waarvoor Hermannus Kystemaker een paneel had vervaardigd in 1463.

1466

Meester Johan van den Mynnesten krijgt opdracht de beelden van Sint Paulus en Sint Martinus te vergulden (polychromeren. 

1468

Bouwen van het sacramentshuis door de bouwmeester Willem Backerweert: " Item ghegeven meister Willem Backerweert, den beldehouwer, die dat sacramentshuijs maket". Nog in 1470 wordt met hem afgerekend. Zelfs wordt de huur van zijn huis betaald door de stad Zwolle. Willem Backerweert trekt daarna naar Keulen waar hij werkt voor de Dom. In 1489 werkt hij aan de Dom van St.Victor in Xanten en de Nicolaikerk te Kalkar.

1469

Stichting van de St. Thomas broederschap in de St.Michaelskerk 

1472

Stichting van de vikarie Trium Regum of Driekoningen in de St.Michaelskerk. Voor de hoofdingang aan de torenzijde wordt een portaal gebouwd met twee deuren.

1473

Meester Johan van der Mynnesten krijgt de opdracht tot het vernieuwen van zijn kunstwerk van Erasmus. Wessel Kistemaker krijgt opdracht "umme Sunte Herasmus af te nemen ende up te hangen".

1474

In dat jaar is er sprake van het bouwen van een nieuw altaar: "Item ghegeven den genen die den kuyle groeven daer men dat altair satte". Meester "Johan Scroeder ende Thonijs geholpen den altair te maken in den kercke". Tevens werd door meester Wessel Kistemaker gewerkt aan het grote kruis in de kerk. Wessel Kistemaker vervaardigt een nieuwe houten afscheiding en 3 nieuwe stoelen voor het O.L.Vrouwekoor. In datzelfde jaren worden de deuren van de houten afscheiding van dit koor 2 nieuwe sloten, 8 sleutels, 6 paar hengsels, 8 paar haken en 2 grendels bevestigd.

1475

Geert Nijenhuis en Sweer Godert leggen een nieuwe vloer in het O.L.Vrouwenkoor en Wessel Kistemaker krijgt de opdracht om een altaar te verzetten en het kruis te plaatsen. Voor het schilderen van de altaarkast krijgt "Meister Dereck die Malener" opdracht. Wessel Kistemaker is eveneens de vervaardiger van de altaarluiken die eveneens door Dirk de Malner worden beschilderd.

1476

Op het Onze Lieve Vrouwenkoor worden aan de muurspindes (kastjes) nieuwe hengsels en sloten aangebracht.

1477

Het Heilig Kruisaltaar wordt voltooid, waarschijnlijk al in het atelier van Meester Arnt in Calcar vervaardigt

1478

Aanschaf van een "zanchboick" (zangbundel) voor het schepengestoelte

1481

Een nieuw getijden boek wordt eveneens voor het Schepengestoelte aangeschaft.

1482

Meester Arnt van Calcar ook wel de Beeldensnijder of Kistenmaker genoemd, komt naar Zwolle waar hij zijn atelier en woonhuis heeft aan de Kromme Jak om gehoor te geven aan de grote vraag voor houtsnijwerken in diverse kerken in ‘t Sticht Utrecht, hem al opgedragen tot uitvoering te brengen. In 1453 had Arnt zich als "Aernt Kißtemeker" in laten schrijven in de Duitse Stad Kalkar. Het werk van meester Arnt van Calcar werd alom geprezen, de Zwolse Schepenen noemen hem "onze beeldensnyder" (Stadsbouwmeester)

1483

Het beeld van de gestorven Christus in het graf wordt door Meester Arnt geplaatst in de Heilige grafkapel waarvoor Johan van den Mynnesten de schilderingen maakte (hiervan zijn er nog twee te herkennen). In 1487 wordt een kopie gemaakt voor de Onze Lieve Vrouwenbroederschap te Kalkar, een Duitse afvaardiging komt naar de St.Michielskerk kijken om te zien hoe het beeld "Up den Choor staet".

1484

De uurwerkplaten voor de nieuwe toren worden vervaardigd door Wessel Kistemaker en door meester Derick den Malner beschilderd.

1485

Arnt van Calcar en Johan van den Mynnesten vervaardigen samen de Kruiswegstaties. 

1487

De procuratoren van de Heilige Kruisbroederschap besluiten om opdracht te geven om mee te betalen aan een "Choor of Koer Posityf" (Koororgel) "ten behoeff van die St.Michielskercke".

1488

Bouw van het Drievuldigheidsaltaar in de St. Michaelskerk door Arnt van Calcar, Johan van der Mynnesten en Wessel Kistemaker. 

1490

Bouw van de "Nieuwe Weeme", de Nieuwe pastorie achter Het Raadhuis. Meester Arnt van Calcar vervaardigt "den vier Kerkvaders in het Sunte Michiels choor" en het hoofdaltaar dat hij niet kon voltooien, waarschijnlijk hebben zijn leerlingen onder leiding van Jan van Halderen het werk voltooid. Het altaar had veel gelijkenis met het hoofdaltaar in de St. Nicolaaskerk te Kalkar waaraan die tijd ook werd gewerkt.

1491

Eind december sterft meester Arnt van Calcar in zijn atelier aan de Kromme Jak. In zijn atelier liggen nog diverse opdrachten zoals altaarstukken van het hoofdaltaar van de St.Nicolaikirche te Kalkar en het hoofdaltaar te Zwolle. In de tuin van zijn atelier liggen 6 lange stukken "Munsterse steen". Over de verder nalatenschap is weinig bekend, zij het dat leden van de O.L.Vrouwebroederschap te Kalkar de altaarstukken hebben opgevraagd waaraan Jan van Halderen nog heeft gewerkt.

1494

De kerktoren wordt voorzien van drie volslag luidklokken genaamd Martinus, Salvator en Michael. Tevens een groot aantal klokken voor het klokkenspel. Er hangen nu 8 volslag luidklokken. Met elkaar werd het aantal klokken gesteld op 70. De Zwolse beiaard werd heinde en ver geroemd door haar klank. De Kamper klokgieter Geert van Wou Sr. Is persoonlijk aanwezig om ter plekke de nieuwe klokken te gieten. De Onze Lieve Vrouwentoren krijgt dan 6 volslag luidklokken.

1496

Bisschop Frederick van Baden wordt even buiten de Sassenpoort begroet door Schepenen en de geestelijkheid van de stad Zwolle. Vervolgens trekt een plechtige processie met edelen door de Zwolse straten naar de Sint Michaelskerk, voorafgegaan door Zwolse "trompers en pypers". De bisschop wordt begeleid door Hertogin Margaretha van Savoye, Landvoogdes der Nederlanden en Burggraaf Jan van Montfoort. Hier vindt de plechtige inhuldiging plaats van de bisschop als landsheer. Op het Stadhuis worden de privilegesw bevestigd.

1500

Stichting van het St. Crispinus en Crispinianus broederschap in de St. Michaelskerk.

1504

Stichting van het Drievuldigheidsaltaar op 11 maart. 

1504/1505

Voltooiing van het grote orgel boven de koorzolder aan de oostzijde van de toren door de orgelbouwers Johan van Covelens bijgestaan door Johannes Jacobsz. Van Bilsteyn uit Rhenen. Bilsteyn is dan al bekend van zijn orgelbouw in de O.L.Vrouwekerk. Het werd een groot instrument met drie manualen en pedaal. Het orgel had een 24-voets hoofdwerk, een boven positief of bovenwerk en een rugpositief met aanvankelijk drie register. De beschrijving van de orgelopdracht dateert van ca. 1500 en wordt in een afschrift van 1550 bewaard. 

1505

De Weeme (pastorie) wordt vergroot.

1506

In het Hoogkoor wordt een nieuwe kast geplaatst om de koormantels, kazuivels en kerkelijke kleding te hangen. 

1510

Op 14 oktober wordt de Utrechtse Bisschop Philips van Bourgondie als landsheer plechtig ingehaald. De vorstbisschop wordt hierbij vergezeld door Graaf Everwijn van Bentheim, George Schenk van Toutenburg Stadhouder van Friesland en Overijssel en Johan van Ittersum als Drost van Salland. In de Sint Michaelskerk vindt de inhuldiging plaatst waarna men trekt naar de kloosterkerk Bethlehem waar de stedelijke privileges worden bevestigd.  In de middag van de 16 oktober 1517 begeeft de bisschop met de edelen van het sticht naar de Spoolderberg voor de inhuldiging als landsheer van Overijssel, echter wordt deze ceremonie plotsklaps afgebroken. Hij keerde met spoed terug binnen de stad Zwolle, waar geduputeerden van de hoofdsteden der provincie hem berichtten,dat er onverwachts oorlog was gekomen en de Geldersen de stad Zwolle bedreigden. .Wegens oorlogsdreigingen van de kant van de Geldersen verbleef de Bisschop in Zwolle tot de 31 oktober van dat jaar waarna de weg veilig was om naar Wijk bij Duurstede terug te keren.

1516

Meester Geert van Wou (jr. ?) wordt betaald door het stadsbestuur voor het leveren van klokken voor het klokkenspel d.m.v. een jaarrente van 27½ overlandse gouden Rijnsche guldens aan hen te verkopen.

1517

Pogingen om het Kapittel St. Plechelmus van Oldenzaal naar Zwolle te verplaatsen mislukken door tegenstand van 2 kanunniken. De Hertog van Gelre, Karel van Egmond had deze aan de Zwolse kerk beloofd. 

1521

Op 17 juli wordt  Karelvan Egmond, Hertog van Gelre door Zwolse trompers en pipers plechtig ingehaald en onder het luiden van de klokken naar de Sint Michaelskerk geleid.Hier vond de plechtige inhuldiging plaats van HJertog Karel als nieuwe landsheer en beschermer van de Hanzestad Zwolle. In het gevolg van Hertog Karel zijn het Cleijn van Haerlem en Berend van Hackfort die de onderhandelingen voeren met de Schepenen. Na deze inhuldiging nam de Hertog plaats op een zetel voor de Raadstoren. Op het Sint Michaelskerkhof was de mannelijke bevolking aangetreden om met opgeven vingers trouw te zweren aan de Hertog.  Op 21 september keert Hertog Karel wederom in   triomftocht in door de stad Zwolle. In de Sint Michaelskerk wordt het "Te Deum" aangeheven op de overwinningen van de Gelderse Hertog. Hertog Karel van Egmond (Gelre) schenkt zijn buitgemaakte vaandels aan de stad Zwolle.. De vaandels worden in de St. Michaelskerk gehangen. 

1532

Maria van Hongarije, zuster van Keizer Karel V, wordt in de stad gehuldigd als landvoogdes der Nederlanden. Na haar begroeting, even buiten de Kamperpoort door Schepenen en geestelijkheid van de stad wordt ze in optocht begeleid anaar de Sint Michaelskerk. Ze wordt hierbij vergezeld  door de Fries/Overijsselse Stadhouder Georgius Schenk van Toutenburg, de Utrechtse bisschop Willem III van Enckevoort en talloze edelen uit Salland en Twente. De kerkelijke plechtigheid wordt opgeluisterd door koor en hofhouding van landvoogdes Maria.Eveneens reisde haar hofkapel en koor mee.

1524

Aanstelling van de tweede "stadsorganist"(na Joan Cele) in de persoon van   Jorriên of Jurriaan (Georg) Slegel als stadsspeelman en organist, hij verkreeg in 1539 het burgerrecht Als "Georgien Piper".

1545

Op 15 juli bezoekt Landvoogdes Maria van Hongarije voor de tweede keer de stad Zwolle, dit keer vergezeld van Maximiliaan, Graaf van Egmond en zijn neef George van Egmond, bisschop van Utrecht. Ook dit keer bezocht het Hertogelijk gezelschap de Sint Michaelskerk.

1548

Tussen 3 en 4 uur in de vroege ochtend van de 5e mei sloeg tijdens een flinke onweersbuit de bliksem in de hoge spits van de toren. De torenspits en het dak van de kerk vatte vlam en twee gewelfvakken van de noorderbeuk stortten in. Het Kapittel van Deventer schenkt de Zwolse St.Michaelskerk 300 Carolusguldens voor de restauratie en nog eens 100 Carolusguldens in 1549 en 1550. Door o.a. schenkingen van jaarrenten wordt nog eens 15 goudguldens verkregen. In 1548 wordt zelfs in Kampen gecollecteerd voor de restauratie van de Sint Michaelskerk. Tevens wordt opdracht gegeven tot reparatie van een van de kroonkandelaars die door de brand in stukken is gevallen. 

1549

Prins Philips van Habsburg, de latere Koning Philips II brengt een bezoek aan de Stad Zwolle. In een grote optocht van soldaten en edelen uit het sticht wordt hij geleid naar de Sint Michaelskerk. In zijn gezelschap reist ook een Hofkapelmee die polyfone renaissance muziek en zang ten gehore brengt. Mede op initiatief van Prins Philips wordt een Zwols Muziekgezelschap opgericht.. In zijn gevolg bevinden zich zijn raadsheer Viglius, de Overijsselse stadhouder Johan de Ligne, Graaf van Arembergen  en Engelberth van Ensse, rentmeester van Salland.. 

1553

Kerkmeester van de St.Michaelskerk ontvangen op 3 oktober van Keizer Karel V toestemming om gedurende een jaar een loterij te houden om de kerk en de toren in de oorspronkelijke gedaante te herstellen. Dit initiatief kwam van de kerkmeesters Derk van Twenhuizen en Egbert Janssen.

1556

Bouw van het koororgel door Jan I Slegel orgelbouwer te Zwolle, tijdelijk wonende te Kalkar. Het koororgel of wel "positief" genoemd werd geplaatst aan de noordwand van het O.L.Vrouwkoor, boven de ingang van de sacristie. Het orgel werd in de 17e eeuw uit de kerkverwijderd omdat deze gevel "sterk uit het lood" hing. Een haak boven in de noordwand herinnert aan dit orgel. 

1561

Meester Otto, Janszoon "den Stadt stienmetzeler in syn eerste week begonnen tho reparieren dat stienwerck van Sankt Michiels Toern, Marten Hermisz syn knecht Arriaen Derricksz en Henrick van Dorth". 

1564

Op 14 september werd feestelijk het kruis op de nieuwe torenspits gehesen. Totaal kreeg de toren haar volle lengte van 113,5 meter. De Kaartekenaar Joannes Blaeu beschrijft in "atlas der Hollandse steden" de "Sint Michaelstoren met een extra ordinaire lengte tot een zeer fraai sieraad eveneens het kerkgebouw dat seer konstig is gebouwd". In de stadsrekeningen vinden we een symbolische schenking voor dit huzarenstukje:" Item geschenckt uth beveell van Schepenen ende Raidt Mr. Johan leiendecker een golden en zilveren Phs(Phillips) dhaeler(daalders), vanden weerhaene up Sancte Michiels Thoren te setten 3 gold guilden".

1565

De St. Michaelskerk komt los van het kapittel van Deventer. De Zwolse schepenen doen er alles aan om het kerkgebouw te verfraaien. Het Sint Catharina altaar wordt verplaatst waarbij de gildemeesters worden beloond met bier. Er komt een nieuw Schepengestoelte van 57 voet groot versierd met fraaie beelden. Ook wordt de Leprozenkapel aan de kerk toegevoegd. De Utrechtse wijbisschop Johannes Knijff (de latere bisschop van Groningen) bezoekt de kerk en verleent de wijding van het Catherina altaar. 

1566

Bouw van een "Posityff" op het oksaal van het laagkoor door Arend Lampeler van Mill. "Boven den kleinen St.Michielsaltaar".

1567

Op 1 januari stellen Burgemeester en Schepenen een beloning in het vooruitzicht aan hen die de daders konden opbrengen die "Beeldemetter Colummen op Sanct Michaels Kerkhof an stucken geslagen hebben". Tevens gelden ernstige waarschuwingen om "Kerkcken noch Cloisteren toeplunderen of toe schoffieren".

1568

Herman Strijcker, priester verbonden aan de Sint Michaelskerk wordt mede in verband met zijn Protestant gekleurde preken door het Stadsbestuur uit de stad gejaagd. 

1571

op 26 juni  houdt de Deventer Bisschop Aegidius de Monte zijn intocht in Zwolle.   Door Zwolse trompers en pijpers wordt hij begeleid naar de Sint Michaelskerk waar Schepenen ewn geestelijkheid van de stad hun opwachting maken. De bisschop wordt begeleid door Charles de Brimeau, Graaf van Megen en enige kanunniken van de Kathedrale kerk van St.Lebuinus te Deventer. In een overvolle Sint Michaelskerk wordt de Hoogmis opgedragen waarna hij de burgers van de stad toespreekt en maant de Heilige katholieke kerk te beschermen.

1572

Op 9 januari  wordt een plechtige uitvaartmis gehouden   voor de in Zwolle overleden Fries/Overijsselse stadhouder Charles de Brimeau, Graaf van Megen door de Deventer Bisschop Aegidius de Monte. De  Overijsselse stadhouder komt te overlijden tijdens zijn verblijf in het Stadhouderlijk paleis aan de Melkmarkt waar hij op 7 januari overleed. "Des anderen daags wierdt syn lichaam, seer prachtig gekleet en met de degen aan de zyde, op een parade bedde gelegt, en aan stads inwoonders vertoont". Zijn ingewanden werden in een prachtige ste4nen vaas ingesloten en bijgezet in de crypte van de Sint Michaelskerk.. In oktober pulderden sSoldaten van Graaf Willem van den Bergh, zwager van Willem van Oranje,  de Grote Kerk en nemen wat kelken en ander kerkzilver mee. De Deventer Bisschop Aegidius de Monte komt persoonlijk naar Zwolle om het kerkgebouw en de altaren te wijden. De secretaris van de bisschop: Fransiscus de Monte vermeldt tijdens deze visitatie aan de St.Michaelskerk hij alle broederschappen, altaren en de geestelijkheid die aan de kerk was verbonden. 

1573

Het Mariabeeld in het Onze Lieve Vrouwenaltaar wordt hersteld door meester Johan Evertszoon Kistemaker en Johan Leiendekker maakt voor dit beeld een nieuwe loden kroon waarna dit beeld wordt gepolychromeerd.

1575

Voor het kerkorgel worden door de stadsslotenmaker 19 klavieren gemaakt. 

1577

De Deventer bisschop is wederom op bezoek in Zwolle en draagt "upt Hoogtyd van Pinxteren de Hoochmisse up in de Sankt Michielskercke" maar wordt vlak voor de predikingvoor het kerkvolk, ziek. Geholpen door de geestelijkheid wordt hij in het Stadhouderlijke paleis, waar hij verbleef, in "'t bed geholpen".Omstreeks 6 uur in de middag overleed hij hier op zijn sterfbed in nabijheid van zijn secretaris en broer Fransiscus de Monte en de Deventer Kannunik Evert van Graeß. Op 28 mei volgt er een plechtige viering die wordt bijgewoond  door vele edelen uit Salland en Twente waarna zijn gebalsemde lichaam door kanunniken van de kathedrale kerk van St.Lebuinus naar Deventer wordt gebracht. Een grote lijkstoet trekt via de Sassenpoort de Stad uit voorafgegaan door  de Stadhouder van Overijssel: Gilles van Barlaymont, Heer van Hierges en gevolgd  door  Edelen uit Salland en Twenthe en Spaanse soldaten van het garnizoen van Overste Fransisco de Verdugo. In de Kathedrale kerk van Sint Lebuinus wordt hij bijgezet in de grafkelder van de Deventer Bischoppen. De dag voor het Pinksterfeest werd hem een maaltijd aangeboden door de Schepenen an de Stad Zwolle in het Dominikanenklooster waar hij dikwijls verbleef tussen zijn medebroeders.

1580

In de vooravond van donderdag 16 juni vond een grote beeldenstorm plaats. Veel vreemde soldaten in Staatse dienst, waarvan de meerderheid uit Kampen en Deventer waren betrokken bij een burgeroorlog in de stad die ook een dag tevoren al had plaats gevonden. Het grote stenen beeldengroep van het Golgothakruis op het Grote Kerkhof werd stukgeslagen en een menigte stormde de kerk binnen, beelden en altaren werden omver gegooid en stukgeslagen. De houten altaar retabels en beelden werden op drie grote brandstapels op de Grote Markt het vuur prijs gegeven. Voor 125 pond werd siersmeedwerk als oud ijzer verkocht. Pastoor Hendrick Fockingh had een dag eerder (15 juni) de stad verlaten. Een aantal Schepenen hadden uit voorzorg belangrijke koorkappen, kazuivels en beelden uit de kerk laten halen om ten stadhuize veilig op te bergen. Veel van deze kerkschatten zijn verkocht en verspreid. Zo staan er in het museum Boymans van Beuningen de vier kerkvaders die eens het St.Michaelskoor sierden. Veel burgers uit de stad wisten nog iets te redden van de kunstwerken. Zo had Emmanuel van Twenhuijzen beelden van altaren, een schilderij en een aantal handschriften meegenomen uit de kerk. Zijn vrouw, Anna van Haerst wist de kerkschat goed te verbergen (de collectie Emmanuelshuizen). Nog weken daarna is men bezig geweest om het puin van stuk geslagen zandstenen altaarstukken en het sacramentshuis op te ruimen, veel puin verdween in de crypte en onder de vloer. De doorgang vanuit het Schepenkoor naar het Wachthuis wordt gedicht. Op 17 november vindt de plechtige intrede plaats van predikant Ds. Hermannus Wyferding.

1581

De oude kansel wordt verplaatst naar het midden van de kerk en het aloude Schepengestoelte, inmiddels zwaar gehavend door de beeldenstorm worden verplaatst tussen de midden – en noordbeuk van het middenschip.

1593

Burgemeesteren en Schepenen van de Stad Zwolle roepen eenieder op om de ontvreemde kunstwerken uit de Sint Michaelkerk in te leveren ten Stadhuize. Omvangrijke voormalige kerkelijke bezittingen en veel goud- en zilverwerk en andere kostbare voorwerpen zijn in andere handen terechtgekomen. Voor een groot gedeelte in handen van dieven, dievan de gelegenheid gebruik maakten om uit roof uit te gaan, gedeeltelijk waren ook kunstvoorwerpen in handen gekomen van getrouwe Katholieken die de goederen in geheim bewaarden en later veilig stelden buiten de stad. Zo zijn er veel kerkschatten uit de kerk overal verspreid en kan men in musea nog steeds kunstvoorwerpen uit de oude Sint Michaelskerk zien.

1594

Er vindt een aanbesteding plaats voor het herstel van het orgel dat gebroken is. Schepenen en Raad besluiten tot afsluiting van het koor.

1597

Vervaardiging van het Koorhek als geschenk van de gilden door bouwmeester Swier Kistemaker, de geelkoperen ballusters werden geleverd door de Zwolse geelgieter Gert Sweelinck. Een van de meestertimmerlieden van de stad "Hendrik Vrijlinck", werkt met zijn leerlingen aan deze kansel.

1606

In de nacht van 24 op 25 juni sloeg de bliksem opnieuw in de toren. Nu brandde echter niet alleen de spits af,maar zette zich het vuur door tot in de toren zelf, waarbij alle klokken naar beneden vielen. De schade was groot.

1608

De torenspits is hersteld, bovendien was het gelukt een nieuw klokkenspel in de toren aan te brengen, nog groter en fraaier dan het oude. Zwier Kistemaker vervaardigt de nieuwe wijzerplaten en meester Cornelis Welmers verguldt deze.

1611

Er worden 4 kleine speelklokken en een beiaardklok van 72 pond besteld bij Jan Burgerhuys te Middelburg omdat men de Kampse Klokgieter Hendrick Wegewaert niet vertrouwt. De klokken worden ook ter plekke gegoten. 

1614

De Kamper architekt Thomas Berend(Soon)zen voltooid de nieuwe Hoofdwacht die op de plaats kwam van het reeds gesloopte "Wachthuis" en en deel van de sacristie. 

1615

Op 6 maart besluiten Schepenen en Raad van de Stad en een nieuwe kansel en raadsgestoelte te plaatsen in de middenbeuk van de kerk.

1617-1622

Bouw van de fraaie kansel door meester Adam Straeß van Weilburg uit Nassau. Op 26 augustus 1616 werd, in het stadswijnhuis een overeenkomst gesloten tussen de de Schepenen, kerkmeesters en "Meister Adam den Kystemaecker".

1623

De stadswapens op de nieuwe preekstoel worden geschilderd in de Zwolse kleuren.

1629

Marcus Keiteler maakt een nieuwe draak voor boven de toreningang onder het St.Michaelsbeeld. Meester Hendrick Eyckhorn verguldt de draak.

1632

Er komen matten op de bank en in de stoel van de rector van de Latijnse school.

1641

Het grote orgel wordt gerestaureerd. Hiervoor werd op 17 september 1641 een contract gesloten met "Jan Morleth III, organier" afkomstig te Arnhem en nu wonend te Kalkar. Hij wordt geassisteerd door Rienier Hendriksz. Roelvinck die in 1643 nog wordt betaald "voer maecken ende reparieren van ’t orgel in die Sanct Michaelskirche te Zwolle". Op 17 september van dat jaar wordt de opdracht omschreven "Ordonantie van het Groote Orgel in de parochye kerke deser Stadt Zwoll". 

1653

Het carillon van de Sint Michaelskerk krijgt een internationale faam wanneer de uit Engeland afkomstige officier Robert Bargrave de klanken van dit fraaie klokkenspel beschrijft.

1658

Het oude schepengestoelte wordt gesloopt vanwege de bouwvalligheid en de heiligenbeelden die zich erop bevinden.

1659

Op 14 april, des zaterdags voor palmzondag, stort het gewelf van het Noorderportaal in en wordt niet meer opgebouwd.

Michaelskerk en kerkhof.jpg (160415 bytes)

·         De Sint Michaelskerk voor 1669, de grote brand waarbij de toren werd verwoest.

1669

Op "maandach den 7 junius omtent ein ure of half twee" sloeg de bliksem in de torenspits, direct onder de pijnappel. In vier uur tijds brandde torenspits af tot aan het muurwerk van de toren. Twee verdiepingsvloeren brandden uit. Ook de klokken werden niet gespaard. De hoofdingang was onbruikbaar geworden.

1672

Op 16 juni van dat jaar maken paters Jezuïeten zich meester van de kerk in de zuiderbeuk op het O.L.Vrouwenkoor wordt een altaar opgericht. In juli trekken Munsterse en Franse troepen Zwolle binnen. Bij een bezoek aan de St.Michaelskerk belooft de bisschop van Munster Christoph B. Van Galen de toren te zullen herbouwen. De St.Michaelskerk zou een kapittelkerk moeten worden waarbij op meer inkomsten gerekend kon worden. De Vorst-Bisschop benoemt de geestelijken Arnoldus Waijer en Bernard van Sommeren tot pastoors van de St.Michaelskerk. In het Pieterskoor wordt een barokaltaar gebouwd met een schilderij van O.L.Vrouw. Het altaar was van hout en geschilderd door Egbert Goltbeeck. Het barokke hoogaltaar dat in het Michaelskoor werd geplaatst vertoonde het schilderij van de Verrijzenis van Christus. Daarboven stond een beeld van Sint Michael. Op pastoor Wayer's uitrukkelijke wens bleef het koorhek staan. Boven op het koorhek stond het houten Kruis van het H.Geestgasthuis, een kruis dat nu nog in de O.L.Vrouwbasiliek wordt bewaard.
Hendrick Vermeer krijgt opdracht het St. Michaelsbeeld boven het portaal van de toren te restaureren.

1673

Op de zondagochtend na Hemelvaart betrad pastoor Wayer voor het laatst de kansel, tijdens de Hoogmis Mis kreeg hij te horen dat de Munsterse en Franse bezetting de stad zou gaan verlaten. Eind van die dag waren de altaren geruimd, schilderijen geborgen. De kerk kon weer worden betrokken door de gereformeerde gemeente.

1682

Op 4 december werd de toren hersteld opgeleverd met een plat dak. Stadsmetselaar Abraham de Kock liet van Bentheimer zandsteen een zware balustrade plaatsen. Het St. Michaelsbeeld wordt boven de toreningang verwijderd waardoor de toren ernstige mankementen gaat vertonen. Er komen grote scheuren in de muren van dit hoge bouwwerk dat het begin van het einde van de toren zal inluiden. De klokken van het zo roemrijke klokkenspel zijn meer dan 20 jaar door de stad in depot gehouden met de bedoeling bij een gunstige gelegenheid een nieuwe beiaard aan te brengen. Tot herbouw van de toren is het nooit meer gekomen.

1683

Op zaterdag 6 december stortte de toren in, na een zware storm die de dag tevoren over de stad als verwoestende schade had aangericht. Ooggetuigen beschrijven de ramp van het ineenstortten van de torenstomp.: "Dit vallen van zulcken geweldig en zwaar gebouw veroorzaakte een verschrikkelijke slag en een enorme stofwolk in de lucht. De dreun kwam bijvoorbeeld hard aan op het Grote Kerkhof waar "de begraven lijken der menschen wierden ontbloot en aarde en kisten als ikzelf hebbe gezien". Aldus het ooggetuigenverslag van Johannes Cattenbelt. Het kerkgebouw was aan de westzijde veranderd in een grote ruïne De toren had in haar val niet alleen de huizen rondom de toren verpletterd. Een aantal gewelfvakken van de zuider- en noorderbeuk zwaar beschadigt. Pogingen van de burgerij om de toren en muurresten omver te trekken hielpen niet totdat een tweede storm, aan het eind van de decembermaand, het werk overnam. Het laatste restant van de toren stortte daarmee in. Het grote orgel werd grotendeels verwoest. Resten van pijp- en registerwerk werd opgeslagen in afwachting van betere tijden…. 

1686-1688

Een nieuwe gevel wordt geplaatst als westelijke sluiting van de noorder en zuiderbeuk. De Consistoriekamer wordt gebouwd onder leiding van de stadsbouwmeester Gerrit Baver. Hermannus van Arnhem en Berend  Tigler werkten aan de aankleding van de benedenruimte waarvoor Hendrik ten Oever zijn meesterwerk schilderde. In 1724 kocht men te ‘s-Gravenhage een verguld houten kroonluchter naar ontwerp van de Franse kunstenaar in "Hollandse dienst" Daniel Marot.

1689

Op 1 november vindt de verkoop plaats van het pijpwerk van het oude grote orgel dit ten behoeve van de aanschaf van "klokspijs" voor de vervaardiging van nieuwe luidklokken voor de toren. Enkele pijpen van het oude orgel worden door de Zwolse orgelbouwer Frans Casper Schnitger gebruikt in het nieuwe orgel voor de Lutherse kerk in de Koestraat. Dit orgel werd in 1917 gesloopt. 

1694

Het stadsbestuur verkoopt 33.238 pond klokspijs in de vorm van hele en gebroken klokken aan de Amsterdamse gieter Pieter Vermaten voor de prijs van ƒ 14.212,--

1710

Met een vorstelijke gift van Bernardus Huete, arts en burgemeester te Zwolle werden voorbereidingen getroffen tot de bouw van een nieuw barok orgel. 

1719

In dat jaar begonnen de gebroeders Frans Caspar en Johan Jurgen Schnitger (zonen van Arp Schnitger) met de bouw van een drie klaviersorgel. Door de Amsterdamse bouwmeester en schrijnwerker Jurriaan Westerman werd het ontwerp van de orgelkast gemaakt. Herman van de Borgh vervaardigde "alle cieraden, welcke enigsints onder dien naam tot het nije orgel gehoren". De overeenkomst werd op 6 september van dat jaar in het Stadswijnhuis gesloten. 

1720

Bouw van het Zuiderportaal door Jurriaan Westermann die daarna de opdracht kreeg voor het houtsnijwerk aan het nieuwe orgel. Op 30 April offreerden de gebroeders Schnitger, het instrument met een vierde manuaal, een borst- of rugwerk, uit te breiden. Het orgel werd opgeleverd met totaal 63 stemmen. 

1721

In oktober van dat jaar wordt het orgel feestelijk in gebruik genomen en door drie organisten uit die tijd gekeurd, te weten: Evert Havercamp, Nicolaas Woordhouder en Aeneas Egbertus Veldcamps. Beroemde Zwolse organisten en stedelijke "muzijk directeuren" waren Johan G. Nicolai en Johann Carl Rohner (1774-1837).

1722

De Amsterdamse schilder Anthony Aardewijn krijgt de opdracht het barokorgel in de Grote Kerk te beschilderen. Op 22 oktober wordt een begin gemaakt met het ophogen van de kerkvloer en het verplaatsen van de Meente- en Schepenbanken. 

1723

Op 1 mei wordt besloten een groot aantal grafkelders en grafstenen openbaar te veilen. Deze openbare veiling vond plaats in het "Stadswijnhuis" aan de rand van het Grote Kerkhof.

1787.

Patriotten bezetten de Sint Michaelskerk in januari van dat jaar om de ontevredenheid jegens de Magistraten van de Stad kracht bij te zetten. Aanderen maken van der gelegenheid gebruik om de representatie van de Adel in de kerk te verwijderen, fraaie3 gebeeldhouwde grafplaten en rouwborden moeten het ontgelden.

1813

In april van dat jaar kwamen Kozakken vanuit de Sassenpoort de Stad biunnen. Ze kregen inkwartiering in de Sint Michaelskerk waar ook hun paarden werden gestald. Fraaie baanken, waaronder de oude Schepenbanken werden van hun baldakijnen beroofd, rouwborden wrden in brand gestoken. En ander meubilair opgebrand. Ook bij het doortrekken van gealieerde legers in 1814 had het kerkinterieur veel te lijden.

1827

Sluiting van het Grote Kerkhof. De begraafplaats telt dan 1800 genummerde en afgeperkte graven. 

1853

Op 7 april van dat jaar wordt aan de firma Johann Christoph Scheuer en Zonen, orgelbouwers te Zwolle de opdracht gegeven het orgel schoon te maken en te restaureren.

1875

De Kerkvoogden der Nederlands Hervormde kerk besluiten tot herstel van de zwaar gehavende vensters in de St.Michaelskerk. De harnassen van vele vensters waren door gietijzer vervangen. Ingediende ontwerpen tot herstel omdat zij teveel "eigentijds" waren. Besloten wordt een grondige inspectie van het kerkgebouw door een Commissie van Rijksadviseurs van Monumentenzorg. Op 8 maart van dat jaar maakte Dr. P.J.H. Cuijpers zijn opwachting in de kerkvoogdijvergadering. Volgens Cuijpers moest de gehele kerk hersteld worden. 

1876

In oktober wordt een restauratieplan van Cuijpers besproken. Het grootste restauratiewerk was de ommanteling en het vernieuwen van de gehele buitenmuur en de restauratie van het Noorderportaal dat er zeer gehavend en onvoltooid bij stond. De spits van het portaal was al verwijderd voor instortingsgevaar en de ingang was buiten gebruik. Ook de drie oostelijk gelegen koren waren aan algehele restauratie toe. Het plan van Rijksbouwmeester Cuijpers was een nieuwe spits op het Noorderportaal te plaatsen en de ingang te voorzien van beelden op de leegstaande consoles van St.Michael, Maria en Johannes. De geschatte kosten: ƒ 83.600,00.

1881

De Hervormde gemeente diende onder leiding van haar President Mr. W.E.E. Baron van Aaersen Beijeren van Voshol een alternatief plan in van de Zwolse architect F.C. Koch. Toestemming en subsidie wordt verleend op bepaalde voorwaarden.

1882-1886

Grote Restauratie van de St.Michaelskerk door aannemer Meijer kon beginnen. De Zwolse architect F.C. Koch had het dagelijkse toezicht en leiding. De inspectie was in handen van dr. P.J.H. Cuijpers en L.C. Hezemans Het rijk stelde ƒ 40.000,-- beschikbaar. Tufsteen van het buitenmuurwerk werd besteld in Brohl (Eifel). Bentheimer steen werd eveneens gekocht voor de afwerking van de drie koren. 

1883

Het zwaar gehavende Noorderportaal wordt gerestaureerd en van een zoldering voorzien. Tegelijkertijd wordt de fraaie beschilderde orgelkast "geloogd" en van haar fraaie kleuren ontdaan. De restauratie en de "vernieuwing" van het orgel wordt uitgevoerd door de firma’s van Oechelen en J. Proper. 

1888

Het 5,5 meter hoge beeld van St. Michael wordt boven op de spits geplaatst (door de Quellinusschool te Amsterdam vervaardigd)

1889

De Kerkvoogden der Hervormde Gemeente kopen het vervallen pand van het voormalige Vleeshuis. Dr. Cuijpers krijgt de opdracht voor een ontwerp voor een Catechisatieruimte en kerkeraadskamer dat in 1890 word opgetrokken. De noord-oostelijke ingangspartij in het O.L.Vrouwekoor (in de 18e eeuw aangebracht) werd gesloten en verwijderd op uitdrukkelijke wens van Dr. P.J.H. Cuijpers en de staatssecretaris van de Kunsten Victor de Stuerss. 

1895

Het interieur wordt aangepakt, witte kalklagen werden verwijderd waardoor op enkele plaatsen fresco"s tevoorschijn kwamen. De kapitelen werd opnieuw verguld. In de gewelven werden nieuwe schilderingen aangebracht, behalve in het koor waar St.Michael terug kwam onder de kalklaag. Kroonluchters werden aangeschaft en van het steigerhout werden vloeren gelegd waarop nieuwe banken werden vervaardigd. Door een gift van notaris Kaempf werd het middengedeelte voorzien van banken door timmerman Volkers.

1896

Vanaf Pinksteren wordt de kerk gesloten voor het herleggen van de grafstenen en op 30 augustus kon het kerkgebouw weer in gebruik worden genomen. De totale kosten van de restauratie kwamen uit op ƒ 113.000,--

1897

Op 28 augustus wordt de herdenkingssteen onthuld in de noordgevel van de Noordbeuk met de woorden D(eo) O(ptimo) M(axima) = Gewijd aan God, de Allerbeste, de allerhoogste. Op de marmeren gedenkplaat prijkt de naam van de President Kerkvoogd Baron van Aerssen Beijeren van Voshol, onder wiens leiding de restauratie werd aangestuurd.

1953/56 

Herstel van het "barokke" Schnitgerorgel door de Zaanse orgelbouwer D.A. Flentrop

1967

Tijdens een storm werd het beeld van St.Michael op de spits van het Noorderportaal vrij ernstig beschadigd en daarna gerestaureerd.

1982/1984

Restauratiewerkzaamheden, waarbij tevens de gewelven werden onderzocht naar scheurvorming. Kosten 3 miljoen gulden.

1986-1987

Restauratie van het kerkdak en het interieur van de Consistoriekamer

1984

Tijdens een drukke "Blauwvingerdag" in juli raakte de torenspits op het Noorderportaal in brand maar werd weer hersteld. Later bleek dast deze brand is ontstaan bij las-restauratiewerkzaamheden in de dakgoot

1990-1994

Restauratie van 28 vensters. Totale kosten 2,8 miljoen gulden.

1993/1994

Restauratie van de gewelfribben Totale kosten 3 miljoen gulden.

1995

Bij het aanleggen van een nieuwe fontein (juni) werden de fundamenten van de oude doopkapel en de fundamenten van de westgevel van de zuidbeuk blootgelegd. Helaas werden de oude kerkfundamenten weer onder het zand bedolven en prijkt op de fundamenten van de voormalige doopkapel een fontein. 

1996 

Heropening van Grote Kerk door Z.K.H. Prins Willem Alexander nadat het kerkgebouw gereed kwam na een restauratie van de vensters en de ribben in de gewelven voor ruim 4 miljoen gulden. Het nieuwe glas-in-lood venster in het St.Michaelskoor is een geschenk van de gemeente Zwolle aan de kerk als herinnering van de eeuwenlange verbondenheid van de kerk en de Stad Zwolle. Het ontwerp voor het raam is van H.H.J. Kurvers.

 

Harry Vrielink

Swollensis Die 29. Septembris, In Dedicatione S. Michaelis Archangeli Patrono die Ecclesiae et civitatus de Swollensis 2000

Zwolle , 29 sept 2000 op het feest van de Heilige Aartsengel Michael, patroon van de Heilige Kerk en de Hanzestade Zwolle

=========================================================================================================================

Bronnen:

  • de Vries. Thom.J. Gedenkboek van de St.Michaelsparochie 1641-1941
  • de Vries. Thom J. Geschiedenis van Zwolle, 1961 Erven J.J. Tijl Zwolle
  • de Vries. Thom J. Zwolle Monstratio , 1952, Uitgeversmij. Tjeenk & Willink Zwolle
  • de Vries. Dirk .J. Johan van den Mynnesten en zijn tijdgenoten te Zwolle in "Van Beek en Land en Mensenhand", 1985
  • de Vries. Dirk .J. Bouwen in de late middeleeuwen, Utrecht 1994
  • Schoengen. M. De Parochiekerk St. Michael en hare altaren in Archief v.h. Aartsbisdom Utrecht, 1931
  • Hoefer. F.A. Het sacramentshuisje in de St.Michaelskerk te Zwolle en zijn vervaardiger, in VORG nr 23 (1904)
  • Hoefer. F.A. Wandelingen door Oud Zwolle, heruitgave 1981 De Slegte B.V.
  • Erdtsieck. J. Een restauratie in de 19e eeuw, de Grote kerk van de ondergang gered in ZHT 15e jrg 1998,nr. 2
  • Vente. M.A. Vijf eeuwen Zwolse orgels 1447-1971. , Amsterdam 1971
  • Hendrikman. Ton/Vrielink Harry. De spectaculaire vondst van een doopkapel bij de westgevel sporen van de vroegste geschiedenis van de St.Michaelskerk in Zwolle", IJsselakademie Kampen, 1996
  • Kronenburg. J.A.F. Neerlands Heiligen in de vroege middeleeuwen, F.J.H.Bekker Amsterdam 1902
  • Schafer. Ulrich Spatgotischen Holzfiguren in Niederrein um 1500 in "Kunsten in Zeiten der Hochkonjunktur, Munster 1989
  • Van de Graft. Catherina Willem Backerweerd, beeldhouwer en bouwmeester. In KNOB
  • Elte. S/Berkenvelder. F.C/Huijsmans. W.A. Maandrekeningen van Zwolle 1399-1450. GAZ 1970-1995.
  • Berkenvelder. F.C. Zwolse Regesten 1400-1550, Uitgeverij Waanders 1980-1997
  • Fehrman. C.N. De Kamper Klokgieters, hun naaste verwanten en leerlingen. Kok Kampen 1967 

Uitgave © Stichting Levende Stadsgeschiedenis Zwolle 9 mei 2000 

 


-0-0-0-0-0-0-