Chronico de Ecclesia S.Michaelis Archangeli et Swollensis
Kroniek van de
St.Michaëlskerk te Zwolle
Chronologische
lijst van evenementen en bouwactiviteiten in, aan en rondom de St.Michaelskerk te Zwolle
Samenstelling: Harry Vrielink
© Stichting Levende Stadsgeschiedenis Zwolle
19 april 2001

Jaar
Vermelde
werkzaamheden
765
Bouw van het
eerste kerkje door de Engelse missionarissen Liafwin (St.Lebuinus) geholpen door Marchelm
(St.Marcellinus). Het primitieve kerkgebouwtje bestond uit eikenhouten balken, stro, leem
en werd met koeienhuiden bekleedt.
772
Verwoesting van
het kerkgebouwtje door de Saksers, die kennelijk nog niet waren verdreven door Karel de
Grote.
773
Bouw van een
nieuwe kerkje waarvoor de Liudger (St.Ludgerus) opdracht kreeg vanuit Utrecht door Abt
Gregorius, de later bisschop van Utrecht.
790-800
Tweede opstand der
Saksers, doordat Lebuinus op de Markelose berg een heiligdom van hen weet te verwoestten.
Wilde horden Saksers laten sporen van vernielingen aan. De handelsnederzetting, het latere
Zwolle wordt met de grond gelijk gemaakt en van de kerk bleef niets gespaard.
81
Herbouw van het
kerkgebouw in opdracht van Liudger (overl. 854)
1000
Het kerkgebouw en
de handelsnederzetting worden voor de tweede keer verwoest door opkomende horden Vikingen
die vanuit de Zuiderzee de IJssel opstromen. Zelfs Deventer en Zutphen worden bezocht (In
Zutphen vindt met in 1995 sporen van een massagraf van vermoorde burgers nabij de
Walburgstoren. Door Antwerpse kooplieden werd de legende van "Sint Michael" aan
de bewoners van de nederzetting verteld. E op voorspraak van de Heilige Michael werden de
":Noormannen" met hun "Draken"(boten) voorgoed verdreven
en bouwde men aan een nieiuwer groter kerkgebouw die men noemde naar Sint Michael,de
strijder tegen het kwade.
1040
De Utrechtse
bisschop St. Bernulphus (overl. 1054) bevestigd op 7 december de parochie St.Michael te
Zwolle en draagt de kerk over aan het kapittel St. Lebuinus te Deventer. Op zijn
inititatief wordt in Zwolle een begin gemaakt met de bouw van een romaanse basiliek.
1093
Bevestiging van de
schenking van Bernulphus aan het kapittel te Deventer door de Utrechtse bisschop Koenraad
van Zwaben.
1207
Bevestiging van de
schenking van Bernulphus aan het kapittel te Deventer door de Utrechtse bisschop Dirk II
van de Are.
1223
In september van
dat jaar bezocht de Utrechtse Bisschop Otto van der Lippe de kerk samen met zijn broer de
Graaf van der Lippe en de bisschoppen van Bremen en Munster, de kerk kreeg een aantal
belangrijke giften. De handelsnederzetting Zwolle werd belast met de inkwartier van
Stichtse, Munsterse en Bremer soldaten die meegevochten hadden om de strijd bij Harculo en
de belegering van het Slkot Voorst en de Buckhorst.
1252
De Utrechtse
bisschop Hendrik I van Vianden verleent het kapittel St. Lebuinus te Deventer het recht
priesters aan te stellen voor het ambt van "plebaan" voor de St. Michaelskerk te
Zwolle.
1230
De Utrechtse
bisschop Willebrand van Oldenburg bezoekt Zwolle en schenkt de inwoners De stadsrechten
door middel van de overhandiging van de stadsbrief, hierna vindt zijn huldiging als
landheer in de Romaanse Sint Michaelskerk.

·
Stadszegel 1295 met
Sint Michael
1324
Grote Stadsbrand in Zwolle aangestoken door
roofridder Zweder van Voorst waarbij waarschijnlijk een deel van het kerkgebouw in vlammen
opgaat. Zeker zal het kerkgebouw veel schade hebben ondervonden van deze brand. Gerardus
Coccius vermeld in zijn kroniek, dat er slechts negen huizen en het klooster Bethlehem
gespaard zouden zijn. De romaanse basiliek van St.Michael moet zeer zeker vrijstaand zijn
geweest van de overige bebouwing. Aan te nemen valt dat het kerkgebouw voor het grootste
gedeelte bleef staan. Toen de voorbereidingen voor de belegering van het slot Voorst
werden voorbereid werden oestels, blijden en stormrammen achter in de St.Michaelskerk
opgeslagen.
1362
De Utrechtse bisschop Jan IV van Arkel geeft,
tijdens zijn verblijf in de stad Zwolle, opdracht het kerkgebouw te vergroten. Hij geeft
de Zwolse burgers toestemming bouwresten van het deels gesloopte slot en roofnest De
Voorst te bestemmen voor de uitbreiding van het kerkgebouw. In februari 1363 worden karren
vol met tufsteen en bakstenen van het roofslot gebruikt voor het bouwen van een toren
waartoe Bisschop Jan van Arkel opdracht gaf.
1365
Stichting van het St. Johannes altaar en het Sint
Nicolaasaltaar en de broederschappen in de St.Michaelskerk
1365-1369
Algehele ophoging van de kerkgrond tot 3,5 en 4
meter boven NAP.
1368
Stichting van het Heilig Sacramentsaltaar en
broederschap in de St.Michaelskerk
1370-1400
Bouw van de koorsluiting van drie gotische koren
als eindpunt van de drie geplande beuken. Een aantal huizen rondom het riviertje "de
Aa" en rond het oude "Raethuijs" worden gesloopt. Hesselius Heijinck
(1316-1376) kanunnik van St. Jan te Utrecht en rector van de St. Michaelskerk te Zwolle
maakt nieuwe plannen bekend van de Bouw van een nieuwe gotische kerkgebouw. De bouw van de
koorsluiting is het begin van de bouwactiviteiten waarvoor slechts mondjesmaat geld ter
beschikking komt. Mede in opdracht van de kerkmeesters Henric Tideman Remboltsz en Seyno
van den Wather, die Olde (tevens Overste olderman) namen de bouwactiviteiten stevig aan.
Conrad van Gherisheijm werd als bouwmeester aangetrokken alsmede meester Lambert de
chef-steenhouwer (in der Loedse). De werkplaats werd indertijd op het Grote Kerkhof
geplaatst. Voor het kerkgebouw werd rode baksteen gebruikt vermengd met grijze tufsteen
gefundeerd op Drakenfelder-en Bentheimer steen.
1376
Reynaldus van Drynen, vriend van Geert Grote, wordt
rector en pastoor van de St.Michaelskerk en verklaart door Paus Gregorius IX het recht te
hebben verworven om vicarissen te benoemen. Dit stuit op groot verzet van het kapittel te
Deventer. Pastoor van Dryen wordt opgevolgd door Coenraad van Hengelo.
1378
Henricus de (van) Compostelle wordt bouwpastoor en
neemt met kracht de nieuwbouw ter hand.
1381
Stichting van het St.Anthonius altaar en
broederschap in de St. Michaelskerk
1384
Stichting van het St. Catharina altaar en
broederschap in de St.Michaelskerk
1393
Stichting van het St.Joost altaar en broederschap
in de St. Michaelskerk
1395
Meister Joannes Cele wordt organist en
koordirigent.. De grote Magister Johan Cele (1340-1417) is tevens vermaard rector van de
"Zwolse School"
1395
Stichting van het St. Ursula altaar en broederschap
in de St.Michaelskerk
1396
Stichting van het Heilig Petrus en Paulus altaar en
broederschap in de St.Michaelskerk
1398-1399
Het kapittel van Deventer besluit om een akkoord te
treffen met de Zwolse pastoor Henricus van Compostelle inzake het benoemingsrecht.
Hiervoor worden Rembertus de List en Fredericus Hulschere, respectievelijk deken en
kanunnik van het Deventer Kapittel benoemd.
1399
Op 14 maart wordt Bertrandus de Arnassano, elect
van het bisdom Paderborn door de Paus benoemd tot een grondig onderzoek en tot uitspraak
te komen. Paus Bonifatius IX verleent in datzelfde jaar een aflaat aan allen die bij de
bouw van de parochiekerk de helpende hand bieden. Echter wordt ook een aflaat verleend aan
hen die helpen bij de bouw van een kapel ter ere van Onze Lieve Vrouw ten hemelopneming.
Een en ander heeft tot gevolg dat de bouwactiviteiten slechts moeizaam op gang komen.
(Thomas Hemerken van Kempen bezoekt Zwolle in 1399 maar trekt bijvoorbeeld naar de in
aanbouw zijnde O.L.Vrouwkapel.) De schepenen van de stad lenen daarom 100 oude schild aan
"meister Henric v. Compostelle, unse Kerckheer" voor de voortgang van de
kerkbouw.
1400
De Stad Zwolle betaalt "Meister Willem
Backerweerde" 4 oude schild voor geleverde werken in de St.Michaelskerk. Tevens wordt
aan "Meister Bertholde Backerweerde de beeldensnyder 238 Keijzers Schild gheleend tot
behoef der Sunte Michielskercke". De schepenen besluiten de pastoor nog meer geld te
lenen voor de kerkfabriek: "So hefft die Stadt gheleent an meister Henric v.
Compostelle 100 Engelsche Nobile, daer sijn brieff is in die kist ghelegt
1402
Op 23 september verleent pastoor Henricus de
Compostelle aan Ridder Roelof van Ittersum de oprichting en stichting van het St.
Laurentius altaar in de Sint Michaelskerk
1403
Aan de kerkmeesters "Ghert then Bussche,
Schepen cameraar ende Wolter ten Weerde en Herman ten Oever" worden 112 Engelse
"Nobilen" geleend. In de 6e maand vermeld de maandrekeningen van de
stad dat de Schepen-tymmermeister 200 oude schild heeft uitgegeven "tot behoeff der
tymmeringhe an die Sunte Michielskercke ". Bij de sloop van de oude Romaanse kerk
worden meer dan "20 voet hardsteen van den Groete Kerckhove" naar de Rode Toren
gebracht voor het vervaardigen van een rondeel. Ook "meister Willem Backerwerde"
ontvangt 2 olde schild en 6 gulden voor werkzaamheden in de kerk. Op 2 mei vindt de
wijding plaatst van het Sint Laurentius altaar door de Utrechtse bisschop Frederik III van
Blankenheim in aanwezigheid van pastoor Henricus de Compostelle en Ridder Roelof van
Ittersum, raadsheer van de bisschop. Op 24 augustus bevestigt pastoor Henricus de
Compostelle de stichting van een altaar van het Heilig Sacrament en de Heilige Geest. Op
22 september vindt de wijding van het St. Gregoriusaltaar plaats door de Utrechtse
wijbisschop Mathias, Bisschop van Biduane. Op "dinxdages na Pontiane" wordt de
Utrechtse bisschop Floris van Wevelinckhoven in de stad ontvangen. In de St. Michaelskerk
vindt zijn inhuldiging plaats waarna hij in het oude raadhuis wordt verwelkomd met een
groots aangericht banket.
1404
Stichting van het Onze Lieve Vrouwaltaar en
broederschap in de St.Michaelskerk
1406
Op 4 juni verklaart Henric van Compostelle,
bouwpastoor van de St.Michaelskerk dat hij toestemming heeft gekregen van de Utrechtse
bisschop Frederick van Blankenheim(1393-1423) en de Schepenen van de Stad Zwolle tot
uitbreiding van de kerkgrond voor het bouwen van het westelijke deel van de nieuwe kerk.
Hiervoor worden een aantal huizen rondom het Grote Kerkhof gesloopt. Ook stemt hij in met
de sloop van de oude pastorie die hier gestaan heeft. Het oude deel van de romaanse kerk
was te klein en het nieuwe gedeelte van de kerk aan de oostzijde was niet ruim genoeg om
het aantal kerkgangers. Op 10 oktober wordt een begin gemaakt met het leggen van
fundamenten voor de bouw van de Michaelstoren; onder de dorpel (drempel) van de te bouwen
toren wordt symbolisch een geldstuk, een gouden Franse Kroon, gelegd.
1407
Meester "Henric den Kystemaiker" wordt
betaald voor werkzaamheden in de kerk.
1410
Voor de aankoop en het vervoer van 12
apostelbeelden, die volgens kerkelijke traditie in het hoogkoor geplaatst zouden worden,
wordt 22 gulden betaald.
1411
Begin december wordt melding gemaakt: "van den
ghehemelt (gewelf) boven daer die Schepenen plegen te staan up den onsser Vrouwenkoer
betaelt 8 gulden". Kennelijk is hiermee de baldakijn bedoeld van het
schepengestoelte.
1414
Een van de eerste zware volslag luidklokken voor de
Michaelstoren wordt ter plekke gegoten. De klok draagt de naam "Sunte
Maarten".
1415
Op 3 mei van dat jaar leggen de meerderheid van de
geestelijkheid hun werk neer uit protest van de ondersteuning van de Schepenen en
magistraten van de bissvhopskandidaat die niet door de Paus wordt ondersteund. Meester
Cele, sluit het orgel en staakt zijn werkzaamheden, in mei 1417 sterft hij in zijn pand m
aan de Keixzerstraat nummer 3 (nu Papenstraat).
1420
610 "olde schild" wordt door de Stad
Zwolle geleend aan de kerk af te lossen over 7 jaar. Tevens worden "14.000 grote
steens" geleverd aan de kerk, voor de afbetaling wordt een regeling getroffen door de
Schepenen en de Kerkmeesters. Het lood dat van de oude, inmiddels gesloopte oude toren is
gekomen heeft 629 gulden en 13 plakken opgebracht. De Schepenen besluiten om aan de
kerkmuur aan noordzijde het "wachthuijs " te bouwen. De Schepen-tymmermeister
heeft hiervoor ontvangen hout, dakpannen en bouwmateriaal dat beschikbaar kwam bij de
afbraak van het oude vleeshuis en andere huizen die voor de uitbreiding van het nieuwe
kerkgebouw werden gesloopt. Kennelijk was de verdediging van de Rode Toren voltooid want
de overgebleven stenen werden bestemd voor de bouw van de nieuwe toren die in volle gang
was: "duysent groete steens van buiten de Rode Toern achter de Kercktoern te voeren 2
gulden ende 2 plak, derhalve die dachueren den steen voor vlijen achter den
kercktoern". Stichting van het St. Gregorius altaar en broederschap in de
St.Michaelskerk
1426
De klokspijs voor de klokken in de nieuwe kerktoren
worden afgelost aan: "den Koermeister van Vollenhove". In dat jaar is er sprake
van het leggen van "ein matte" in het O.L.Vrouwekoor en het maken van "twee
Cronen in onsser leven Vrouwen Choer".
1429
Op 24 januari vindt de stichting plaats van het St.
Maarten of Martinus altaar
1431
Stichting van het St. Jacobus altaar en
broederschap in de St.Michaelskerk te Zwolle.
1432
In dat jaar is er sprake van twee gewijde
altaarstenen in de parochiekerk. Ruim 5000 stenen uit Harculo stellen de Schepenen van de
stad beschikbaar voor het "welven" van de kerk. Verder worden 24.000 IJssel
stenen en kalk beschikbaar gesteld voor het plaveien van het "Groote Kerkhof".
Op 4 juni bezoekt de Bisschop van Macor de stad als afgezant van Paus Eugenius IV om met
de Magistraat van de stad Zwolle van gedachten te wisselen over de meningsverschillen
tussen de Hanzesteden en de Bourgondische Hertog Philips van Blourgondie. Hij werd
vergezeld door een groot gezelschap van wel meer dan 10 paarden die de Kamperpoort
binnenreden. Na een plechtige viering in de Sint Michaelsskerk trok hij naar het Raadhuis.
In de stadswijnkelder (de voorloper van het Stadswijnhuis) werd het Bischoppelijk
gezelschap getrakteerd op een stevige maaltijd. Zij verschalkten: een ram, een kwart rund,
drie reigers, een steur, zalm, brasems en andere gerechten die het Stadsbestuur had
besteld om de Bisschop gunstig te stemmen voor de kadidatuur van de elect Rudolf van
Diepholt.
1433
Rudolf van Diepholt wordt als landsheer en bisschop
van Utrecht ingehaald. In een plechtige processie trekt men naar de Sint Michaelskerk waar
een plechtige Heilige Mis wordt opgedragen en het "Te Deum" wordt aangeheven.
Daarna trekt de stoet naar het Raadhuis waar de landheer de privileges van de stad
bekrachtigt.
1440
Stichting van het St. Lucas altaar en broederschap
in de St.Michaelskerk.
1441
Aanschaf van een getijdenboek ten behoeve van de
Schepenen op het O.L.Vrouwkoor.
1442
Aan Arend "den Steenmetselar" wordt in de
12e maand geld gegeven voor het maken van "eyn spynde in de Sunte
Michielskercke opt Vrouwenkoer by den Schepenbanke". Het nieuwe Vleeshuis wordt tegen
de noordelijke kerkmuur gebouwd: "Augustus Meister Aernt en opperknechten ende Johan
Potgieters den Schepen tymmermeister dakpannen ghelegt om t Vleyschuijs te
decken".
1443
In dat jaar is er sprake tot voltooiing van de
Michaelstoren Meester Johan de uurwerkmaker wordt genoemd naast bouwmeesters als Johan
Remboldings en "Ghert den Holtsnyder ende syn ghesellen" die we later in dat
jaar tegen komen bij de bouw van de Raadtoren. De toren was slank en vrij hoog: "de
hoogte des toerns tot aen die spitze des pijnappels is 573 voet". Een uitmuntend
klokkenspel en een fraai uurwerk sierden de toren. Boven de ingang was, onder een afdak,
een metershoog beeld van St.Michael aangebracht Stichting van het Maria Magdalena altaar
en broederschap in de St.Michaelskerk
1444
In de 11e maand wordt 15 gulden en 15
plak betaald aan "Meister Johan van Kregheling um de Sunte Michielsbeelde te
houwen" In dezelfde maand wordt betaald voor herstel van het Katherina altaar en die
van "Trium Regum" (Driekoningenaltaar).
1446
De voltooiing van de toren is bijna gereed, in
augustus wordt ze getroffen door bliksem, de schade is echter beperkt. Bouwmeester is op
dat moment Meester Berend van Covelens die opdracht geeft voor het maken van een spits van
licht bouwmateriaal mede door de slechte toestand van de fundamenten van de toren.
1450
In dat jaar is er sprake tot voltooiing van de
toren Meester Johan de uurwerkmaker wordt genoemd naast bouwmeesters als Johan Remboldings
en "Ghert den Holtsnyder ende syn ghesellen voor het snyden van hout in 7 dagen voor
den toern en aen Rutger den Leyendecker betaelt 27 gulden "voor den stad toern te
helpen decken". De toren was slank en vrij hoog: "de hoogte des toerns tot aen
die spitze des pijnappels is 573 voet". Een uitmuntend klokkenspel en een fraai
uurwerk sierden de toren. Het kerkgebouw was nog niet voltooid en er worden opnieuw stenen
gekocht van de kerkmeesters van de Onze Lieve Vrouwenkerk te Zalk. De stenen worden per
schip naar Zwolle gebracht. Stichting van het Heilig Kruisaltaar en broederschap in de St.
Michaelskerk.
1451
Kardinaal Nicolaas van Cusa verleent een aflaat
voor diegenen die de parochiekerk bezochten en werkten aan voltooiing en herstel van vele
ornamenten in en aan het kerkgebouw. Kennelijk was men nog bezig met de welving der kerk
aan de westzijde. Het steigermateriaal en overig bouwmateriaal wordt verkocht.
1453
Stichting van het St. Barbara altaar en
broederschap in de St.Michaelskerk
1454
De kerkmeesters nemen geld op om een deel der kerk
te overwelven.
1456
Op 18 september wordt de Utrechtse bisschop David
van Bourgondie als landsheer van het Sticht plechtig ingehaald. Even voor de Sassenpoort
stonden Schepenen en geestelijkheid de stoet op te wachten, komende vanuit Deventer.
Vergezeld door een statige stoet van edelen en geestelijkheid en een enorme legerschare
trok de bisschop de stad binnen. Tussen fraai uitgedoste Bourgondische
landknechten en de Stichtse Adel reed eveneens Hertog Philips van Bourgondie de stad
binnen. In de Sint Michaelskerk werd de hoogmis opgedragen waarna het "Te Deum"
werd gezongen ter ere van de kerkvorst. Op het Raadhuis werden de privileges van de stad
door de landsheer bevestigd. Hertog Filipsvan Bourgondie en de Utrechtse bisschop David
van Bourgondie werden daarna vergezeld op hun tocht naar het bisschoppelijke slot te
Vollenhove.
1459
Aan het Zwolse klerkenhuis wordt opdracht gegeven
om 3 boeken te schrijven: "item te leveren wij oick een passionaal in latijne in den
jair lxxii dat lijt op onser vrouwen koer ende gheschreven in der fratershuis en gekocht
voor 5 gold en 2 gulden". De "meester van Zwolle" Johan van der Mynnesten
krijgt opdracht om " sess pyleren op unse lieve Vrouwen koer te stofferen".
Aangenomen mag worden de de twee overgebleven frescos in dit koor van zijn hand
zijn, evenals de nog verborgen fresco's tegen de oostwand. Er komt nieuw meubilair voor
het schepengestoelte waar "Meyster Willem Kystemaker met sijn soons einen zwairn
ballich (zware balk) en 7 wagenschotten wist te verwerken. Meester Hendrik Verdriet krijgt
opdracht de altaarkast van het O.L.Vrouwenaltaar te vervaardigen: "Het onsser Leven
Vrouwen huysken mitte vier tornkens ende ein zoldering ende ribben".
1462
Meester Herman de Beeldensnijder vervaardigt 2
pilaren voor het Onze Lieve Vrouwenkoor waar engelenbeelden op komen te staan van meester
Johan van Millingen. In de Michaelstoren wordt de zogeheten "poort- of
rechtklok" gehangen.
1463
Meester Johan van der Mynnesten krijgt opdracht om
het Schepengestoelte op het O.L.Vrouwenkoor te vergulden.
1464
Bouwmeester Berend van Covelens (Koblenz) krijgt de
opdracht kapitelen te vervaardigen aan de pijlers van de kerk. Bouwmeester Berend van
Covelens is waarschijnlijk ook de bouwer geweest van het Noorderportaal, die in dat jaar
werd voltooid door het plaatsen van een beeld van St.Michael op de torenspit van dit
portaal. Stichting van het St.Michael altaar en broederschap in de St.Michaelskerk.
Meester "Johan den Maelre" wordt opdracht gegeven te "stofferen" en te
vergulden op het O.L.Vrouwenkoor. (Wellicht wordt hier Meester Johan van den Mynnesten mee
bedoeld). Voor het O.L.Vrouwenkoor wordt een "syden doeck van 11,5 elle met ringen
aangeschaft.
1465
In de 6e maand, zo vermelden de Zwolse
maandrekeningen, krijgt Johan van der Mynnesten de opdracht een afbeelding van "Sunte
Herasmus" (Erasmus) te maken waarvoor Hermannus Kystemaker een paneel had vervaardigd
in 1463.
1466
Meester Johan van den Mynnesten krijgt opdracht de
beelden van Sint Paulus en Sint Martinus te vergulden (polychromeren.
1468
Bouwen van het sacramentshuis door de bouwmeester
Willem Backerweert: " Item ghegeven meister Willem Backerweert, den beldehouwer, die
dat sacramentshuijs maket". Nog in 1470 wordt met hem afgerekend. Zelfs wordt de huur
van zijn huis betaald door de stad Zwolle. Willem Backerweert trekt daarna naar Keulen
waar hij werkt voor de Dom. In 1489 werkt hij aan de Dom van St.Victor in Xanten en de
Nicolaikerk te Kalkar.
1469
Stichting van de St. Thomas broederschap in de
St.Michaelskerk
1472
Stichting van de vikarie Trium Regum of
Driekoningen in de St.Michaelskerk. Voor de hoofdingang aan de torenzijde wordt een
portaal gebouwd met twee deuren.
1473
Meester Johan van der Mynnesten krijgt de opdracht
tot het vernieuwen van zijn kunstwerk van Erasmus. Wessel Kistemaker krijgt opdracht
"umme Sunte Herasmus af te nemen ende up te hangen".
1474
In dat jaar is er sprake van het bouwen van een
nieuw altaar: "Item ghegeven den genen die den kuyle groeven daer men dat altair
satte". Meester "Johan Scroeder ende Thonijs geholpen den altair te maken in den
kercke". Tevens werd door meester Wessel Kistemaker gewerkt aan het grote kruis in de
kerk. Wessel Kistemaker vervaardigt een nieuwe houten afscheiding en 3 nieuwe stoelen voor
het O.L.Vrouwekoor. In datzelfde jaren worden de deuren van de houten afscheiding van dit
koor 2 nieuwe sloten, 8 sleutels, 6 paar hengsels, 8 paar haken en 2 grendels bevestigd.
1475
Geert Nijenhuis en Sweer Godert leggen een nieuwe
vloer in het O.L.Vrouwenkoor en Wessel Kistemaker krijgt de opdracht om een altaar te
verzetten en het kruis te plaatsen. Voor het schilderen van de altaarkast krijgt
"Meister Dereck die Malener" opdracht. Wessel Kistemaker is eveneens de
vervaardiger van de altaarluiken die eveneens door Dirk de Malner worden beschilderd.
1476
Op het Onze Lieve Vrouwenkoor worden aan de
muurspindes (kastjes) nieuwe hengsels en sloten aangebracht.
1477
Het Heilig Kruisaltaar wordt voltooid,
waarschijnlijk al in het atelier van Meester Arnt in Calcar vervaardigt
1478
Aanschaf van een "zanchboick"
(zangbundel) voor het schepengestoelte
1481
Een nieuw getijden boek wordt eveneens voor het
Schepengestoelte aangeschaft.
1482
Meester Arnt van Calcar ook wel de Beeldensnijder
of Kistenmaker genoemd, komt naar Zwolle waar hij zijn atelier en woonhuis heeft aan de
Kromme Jak om gehoor te geven aan de grote vraag voor houtsnijwerken in diverse kerken in
t Sticht Utrecht, hem al opgedragen tot uitvoering te brengen. In 1453 had Arnt zich
als "Aernt Kißtemeker" in laten schrijven in de Duitse Stad Kalkar. Het werk
van meester Arnt van Calcar werd alom geprezen, de Zwolse Schepenen noemen hem "onze
beeldensnyder" (Stadsbouwmeester)
1483
Het beeld van de gestorven Christus in het graf
wordt door Meester Arnt geplaatst in de Heilige grafkapel waarvoor Johan van den Mynnesten
de schilderingen maakte (hiervan zijn er nog twee te herkennen). In 1487 wordt een kopie
gemaakt voor de Onze Lieve Vrouwenbroederschap te Kalkar, een Duitse afvaardiging komt
naar de St.Michielskerk kijken om te zien hoe het beeld "Up den Choor staet".
1484
De uurwerkplaten voor de nieuwe toren worden
vervaardigd door Wessel Kistemaker en door meester Derick den Malner beschilderd.
1485
Arnt van Calcar en Johan van den Mynnesten
vervaardigen samen de Kruiswegstaties.
1487
De procuratoren van de Heilige Kruisbroederschap
besluiten om opdracht te geven om mee te betalen aan een "Choor of Koer Posityf"
(Koororgel) "ten behoeff van die St.Michielskercke".
1488
Bouw van het Drievuldigheidsaltaar in de St.
Michaelskerk door Arnt van Calcar, Johan van der Mynnesten en Wessel Kistemaker.
1490
Bouw van de "Nieuwe Weeme", de Nieuwe
pastorie achter Het Raadhuis. Meester Arnt van Calcar vervaardigt "den vier
Kerkvaders in het Sunte Michiels choor" en het hoofdaltaar dat hij niet kon
voltooien, waarschijnlijk hebben zijn leerlingen onder leiding van Jan van Halderen het
werk voltooid. Het altaar had veel gelijkenis met het hoofdaltaar in de St. Nicolaaskerk
te Kalkar waaraan die tijd ook werd gewerkt.
1491
Eind december sterft meester Arnt van Calcar in
zijn atelier aan de Kromme Jak. In zijn atelier liggen nog diverse opdrachten zoals
altaarstukken van het hoofdaltaar van de St.Nicolaikirche te Kalkar en het hoofdaltaar te
Zwolle. In de tuin van zijn atelier liggen 6 lange stukken "Munsterse steen".
Over de verder nalatenschap is weinig bekend, zij het dat leden van de
O.L.Vrouwebroederschap te Kalkar de altaarstukken hebben opgevraagd waaraan Jan van
Halderen nog heeft gewerkt.
1494
De kerktoren wordt voorzien van drie volslag
luidklokken genaamd Martinus, Salvator en Michael. Tevens een groot aantal klokken voor
het klokkenspel. Er hangen nu 8 volslag luidklokken. Met elkaar werd het aantal klokken
gesteld op 70. De Zwolse beiaard werd heinde en ver geroemd door haar klank. De Kamper
klokgieter Geert van Wou Sr. Is persoonlijk aanwezig om ter plekke de nieuwe klokken te
gieten. De Onze Lieve Vrouwentoren krijgt dan 6 volslag luidklokken.
1496
Bisschop Frederick van Baden wordt even
buiten de Sassenpoort begroet door Schepenen en de geestelijkheid van de stad Zwolle.
Vervolgens trekt een plechtige processie met edelen door de Zwolse straten naar de Sint
Michaelskerk, voorafgegaan door Zwolse "trompers en pypers". De bisschop wordt
begeleid door Hertogin Margaretha van Savoye, Landvoogdes der Nederlanden en Burggraaf Jan
van Montfoort. Hier vindt de plechtige inhuldiging plaats van de bisschop als landsheer.
Op het Stadhuis worden de privilegesw bevestigd.
1500
Stichting van het St. Crispinus en Crispinianus
broederschap in de St. Michaelskerk.
1504
Stichting van het Drievuldigheidsaltaar op 11
maart.
1504/1505
Voltooiing van het grote orgel boven de koorzolder
aan de oostzijde van de toren door de orgelbouwers Johan van Covelens bijgestaan door
Johannes Jacobsz. Van Bilsteyn uit Rhenen. Bilsteyn is dan al bekend van zijn orgelbouw in
de O.L.Vrouwekerk. Het werd een groot instrument met drie manualen en pedaal. Het orgel
had een 24-voets hoofdwerk, een boven positief of bovenwerk en een rugpositief met
aanvankelijk drie register. De beschrijving van de orgelopdracht dateert van ca. 1500 en
wordt in een afschrift van 1550 bewaard.
1505
De Weeme (pastorie) wordt vergroot.
1506
In het Hoogkoor wordt een nieuwe kast geplaatst om
de koormantels, kazuivels en kerkelijke kleding te hangen.
1510
Op 14 oktober wordt de Utrechtse
Bisschop Philips van Bourgondie als landsheer plechtig ingehaald. De vorstbisschop wordt
hierbij vergezeld door Graaf Everwijn van Bentheim, George Schenk van Toutenburg
Stadhouder van Friesland en Overijssel en Johan van Ittersum als Drost van Salland. In de
Sint Michaelskerk vindt de inhuldiging plaatst waarna men trekt naar de kloosterkerk
Bethlehem waar de stedelijke privileges worden bevestigd. In de middag van de 16
oktober 1517 begeeft de bisschop met de edelen van het sticht naar de Spoolderberg voor de
inhuldiging als landsheer van Overijssel, echter wordt deze ceremonie plotsklaps
afgebroken. Hij keerde met spoed terug binnen de stad Zwolle, waar geduputeerden van de
hoofdsteden der provincie hem berichtten,dat er onverwachts oorlog was gekomen en de
Geldersen de stad Zwolle bedreigden. .Wegens oorlogsdreigingen van de kant van de
Geldersen verbleef de Bisschop in Zwolle tot de 31 oktober van dat jaar waarna de weg
veilig was om naar Wijk bij Duurstede terug te keren.
1516
Meester Geert van Wou (jr. ?) wordt betaald door
het stadsbestuur voor het leveren van klokken voor het klokkenspel d.m.v. een jaarrente
van 27½ overlandse gouden Rijnsche guldens aan hen te verkopen.
1517
Pogingen om het Kapittel St. Plechelmus van
Oldenzaal naar Zwolle te verplaatsen mislukken door tegenstand van 2 kanunniken. De Hertog
van Gelre, Karel van Egmond had deze aan de Zwolse kerk beloofd.
1521
Op 17 juli wordt Karelvan Egmond, Hertog van
Gelre door Zwolse trompers en pipers plechtig ingehaald en onder het luiden van de klokken
naar de Sint Michaelskerk geleid.Hier vond de plechtige inhuldiging plaats van HJertog
Karel als nieuwe landsheer en beschermer van de Hanzestad Zwolle. In het gevolg van Hertog
Karel zijn het Cleijn van Haerlem en Berend van Hackfort die de onderhandelingen voeren
met de Schepenen. Na deze inhuldiging nam de Hertog plaats op een zetel voor de
Raadstoren. Op het Sint Michaelskerkhof was de mannelijke bevolking aangetreden om met
opgeven vingers trouw te zweren aan de Hertog. Op 21 september keert Hertog Karel
wederom in triomftocht in door de stad Zwolle. In de Sint Michaelskerk wordt
het "Te Deum" aangeheven op de overwinningen van de Gelderse Hertog. Hertog
Karel van Egmond (Gelre) schenkt zijn buitgemaakte vaandels aan de stad Zwolle.. De
vaandels worden in de St. Michaelskerk gehangen.
1532
Maria van Hongarije, zuster van Keizer Karel V,
wordt in de stad gehuldigd als landvoogdes der Nederlanden. Na haar begroeting, even
buiten de Kamperpoort door Schepenen en geestelijkheid van de stad wordt ze in optocht
begeleid anaar de Sint Michaelskerk. Ze wordt hierbij vergezeld door de
Fries/Overijsselse Stadhouder Georgius Schenk van Toutenburg, de Utrechtse bisschop Willem
III van Enckevoort en talloze edelen uit Salland en Twente. De kerkelijke plechtigheid
wordt opgeluisterd door koor en hofhouding van landvoogdes Maria.Eveneens reisde haar
hofkapel en koor mee.
1524
Aanstelling van de tweede
"stadsorganist"(na Joan Cele) in de persoon van Jorriên of Jurriaan
(Georg) Slegel als stadsspeelman en organist, hij verkreeg in 1539 het burgerrecht Als
"Georgien Piper".
1545
Op 15 juli bezoekt Landvoogdes Maria van Hongarije
voor de tweede keer de stad Zwolle, dit keer vergezeld van Maximiliaan, Graaf van Egmond
en zijn neef George van Egmond, bisschop van Utrecht. Ook dit keer bezocht het Hertogelijk
gezelschap de Sint Michaelskerk.
1548
Tussen 3 en 4 uur in de vroege ochtend van de 5e
mei sloeg tijdens een flinke onweersbuit de bliksem in de hoge spits van de toren. De
torenspits en het dak van de kerk vatte vlam en twee gewelfvakken van de noorderbeuk
stortten in. Het Kapittel van Deventer schenkt de Zwolse St.Michaelskerk 300
Carolusguldens voor de restauratie en nog eens 100 Carolusguldens in 1549 en 1550. Door
o.a. schenkingen van jaarrenten wordt nog eens 15 goudguldens verkregen. In 1548 wordt
zelfs in Kampen gecollecteerd voor de restauratie van de Sint Michaelskerk. Tevens wordt
opdracht gegeven tot reparatie van een van de kroonkandelaars die door de brand in stukken
is gevallen.
1549
Prins Philips van Habsburg, de latere Koning
Philips II brengt een bezoek aan de Stad Zwolle. In een grote optocht van soldaten en
edelen uit het sticht wordt hij geleid naar de Sint Michaelskerk. In zijn gezelschap reist
ook een Hofkapelmee die polyfone renaissance muziek en zang ten gehore brengt. Mede op
initiatief van Prins Philips wordt een Zwols Muziekgezelschap opgericht.. In zijn gevolg
bevinden zich zijn raadsheer Viglius, de Overijsselse stadhouder Johan de Ligne, Graaf van
Arembergen en Engelberth van Ensse, rentmeester van Salland..
1553
Kerkmeester van de St.Michaelskerk ontvangen op 3
oktober van Keizer Karel V toestemming om gedurende een jaar een loterij te houden om de
kerk en de toren in de oorspronkelijke gedaante te herstellen. Dit initiatief kwam van de
kerkmeesters Derk van Twenhuizen en Egbert Janssen.
1556
Bouw van het koororgel door Jan I Slegel
orgelbouwer te Zwolle, tijdelijk wonende te Kalkar. Het koororgel of wel
"positief" genoemd werd geplaatst aan de noordwand van het O.L.Vrouwkoor, boven
de ingang van de sacristie. Het orgel werd in de 17e eeuw uit de kerkverwijderd
omdat deze gevel "sterk uit het lood" hing. Een haak boven in de noordwand
herinnert aan dit orgel.
1561
Meester Otto, Janszoon "den Stadt
stienmetzeler in syn eerste week begonnen tho reparieren dat stienwerck van Sankt Michiels
Toern, Marten Hermisz syn knecht Arriaen Derricksz en Henrick van Dorth".
1564
Op 14 september werd feestelijk het kruis op de
nieuwe torenspits gehesen. Totaal kreeg de toren haar volle lengte van 113,5 meter. De
Kaartekenaar Joannes Blaeu beschrijft in "atlas der Hollandse steden" de
"Sint Michaelstoren met een extra ordinaire lengte tot een zeer fraai sieraad
eveneens het kerkgebouw dat seer konstig is gebouwd". In de stadsrekeningen vinden we
een symbolische schenking voor dit huzarenstukje:" Item geschenckt uth beveell van
Schepenen ende Raidt Mr. Johan leiendecker een golden en zilveren Phs(Phillips)
dhaeler(daalders), vanden weerhaene up Sancte Michiels Thoren te setten 3 gold
guilden".
1565
De St. Michaelskerk komt los van het kapittel van
Deventer. De Zwolse schepenen doen er alles aan om het kerkgebouw te verfraaien. Het Sint
Catharina altaar wordt verplaatst waarbij de gildemeesters worden beloond met bier. Er
komt een nieuw Schepengestoelte van 57 voet groot versierd met fraaie beelden. Ook wordt
de Leprozenkapel aan de kerk toegevoegd. De Utrechtse wijbisschop Johannes Knijff (de
latere bisschop van Groningen) bezoekt de kerk en verleent de wijding van het Catherina
altaar.
1566
Bouw van een "Posityff" op het oksaal van
het laagkoor door Arend Lampeler van Mill. "Boven den kleinen
St.Michielsaltaar".
1567
Op 1 januari stellen Burgemeester en Schepenen een
beloning in het vooruitzicht aan hen die de daders konden opbrengen die "Beeldemetter
Colummen op Sanct Michaels Kerkhof an stucken geslagen hebben". Tevens gelden
ernstige waarschuwingen om "Kerkcken noch Cloisteren toeplunderen of toe
schoffieren".
1568
Herman Strijcker, priester verbonden aan de Sint
Michaelskerk wordt mede in verband met zijn Protestant gekleurde preken door het
Stadsbestuur uit de stad gejaagd.
1571
op 26 juni houdt de Deventer Bisschop
Aegidius de Monte zijn intocht in Zwolle. Door Zwolse trompers en pijpers
wordt hij begeleid naar de Sint Michaelskerk waar Schepenen ewn geestelijkheid van de stad
hun opwachting maken. De bisschop wordt begeleid door Charles de Brimeau, Graaf van Megen
en enige kanunniken van de Kathedrale kerk van St.Lebuinus te Deventer. In een overvolle
Sint Michaelskerk wordt de Hoogmis opgedragen waarna hij de burgers van de stad toespreekt
en maant de Heilige katholieke kerk te beschermen.
1572
Op 9 januari wordt een plechtige uitvaartmis
gehouden voor de in Zwolle overleden Fries/Overijsselse stadhouder Charles de
Brimeau, Graaf van Megen door de Deventer Bisschop Aegidius de Monte. De
Overijsselse stadhouder komt te overlijden tijdens zijn verblijf in het Stadhouderlijk
paleis aan de Melkmarkt waar hij op 7 januari overleed. "Des anderen daags wierdt syn
lichaam, seer prachtig gekleet en met de degen aan de zyde, op een parade bedde gelegt, en
aan stads inwoonders vertoont". Zijn ingewanden werden in een prachtige ste4nen vaas
ingesloten en bijgezet in de crypte van de Sint Michaelskerk.. In oktober pulderden
sSoldaten van Graaf Willem van den Bergh, zwager van Willem van Oranje, de Grote
Kerk en nemen wat kelken en ander kerkzilver mee. De Deventer Bisschop Aegidius de Monte
komt persoonlijk naar Zwolle om het kerkgebouw en de altaren te wijden. De secretaris van
de bisschop: Fransiscus de Monte vermeldt tijdens deze visitatie aan de St.Michaelskerk
hij alle broederschappen, altaren en de geestelijkheid die aan de kerk was
verbonden.
1573
Het Mariabeeld in het Onze Lieve Vrouwenaltaar
wordt hersteld door meester Johan Evertszoon Kistemaker en Johan Leiendekker maakt voor
dit beeld een nieuwe loden kroon waarna dit beeld wordt gepolychromeerd.
1575
Voor het kerkorgel worden door de stadsslotenmaker
19 klavieren gemaakt.
1577
De Deventer bisschop is wederom op bezoek in Zwolle
en draagt "upt Hoogtyd van Pinxteren de Hoochmisse up in de Sankt
Michielskercke" maar wordt vlak voor de predikingvoor het kerkvolk, ziek. Geholpen
door de geestelijkheid wordt hij in het Stadhouderlijke paleis, waar hij verbleef, in
"'t bed geholpen".Omstreeks 6 uur in de middag overleed hij hier op zijn
sterfbed in nabijheid van zijn secretaris en broer Fransiscus de Monte en de Deventer
Kannunik Evert van Graeß. Op 28 mei volgt er een plechtige viering die wordt
bijgewoond door vele edelen uit Salland en Twente waarna zijn gebalsemde lichaam
door kanunniken van de kathedrale kerk van St.Lebuinus naar Deventer wordt gebracht. Een
grote lijkstoet trekt via de Sassenpoort de Stad uit voorafgegaan door de Stadhouder
van Overijssel: Gilles van Barlaymont, Heer van Hierges en gevolgd door Edelen
uit Salland en Twenthe en Spaanse soldaten van het garnizoen van Overste Fransisco de
Verdugo. In de Kathedrale kerk van Sint Lebuinus wordt hij bijgezet in de grafkelder van
de Deventer Bischoppen. De dag voor het Pinksterfeest werd hem een maaltijd aangeboden
door de Schepenen an de Stad Zwolle in het Dominikanenklooster waar hij dikwijls verbleef
tussen zijn medebroeders.
1580
In de vooravond van donderdag 16 juni vond een
grote beeldenstorm plaats. Veel vreemde soldaten in Staatse dienst, waarvan de meerderheid
uit Kampen en Deventer waren betrokken bij een burgeroorlog in de stad die ook een dag
tevoren al had plaats gevonden. Het grote stenen beeldengroep van het Golgothakruis op het
Grote Kerkhof werd stukgeslagen en een menigte stormde de kerk binnen, beelden en altaren
werden omver gegooid en stukgeslagen. De houten altaar retabels en beelden werden op drie
grote brandstapels op de Grote Markt het vuur prijs gegeven. Voor 125 pond werd
siersmeedwerk als oud ijzer verkocht. Pastoor Hendrick Fockingh had een dag eerder (15
juni) de stad verlaten. Een aantal Schepenen hadden uit voorzorg belangrijke koorkappen,
kazuivels en beelden uit de kerk laten halen om ten stadhuize veilig op te bergen. Veel
van deze kerkschatten zijn verkocht en verspreid. Zo staan er in het museum Boymans van
Beuningen de vier kerkvaders die eens het St.Michaelskoor sierden. Veel burgers uit de
stad wisten nog iets te redden van de kunstwerken. Zo had Emmanuel van Twenhuijzen beelden
van altaren, een schilderij en een aantal handschriften meegenomen uit de kerk. Zijn
vrouw, Anna van Haerst wist de kerkschat goed te verbergen (de collectie Emmanuelshuizen).
Nog weken daarna is men bezig geweest om het puin van stuk geslagen zandstenen
altaarstukken en het sacramentshuis op te ruimen, veel puin verdween in de crypte en onder
de vloer. De doorgang vanuit het Schepenkoor naar het Wachthuis wordt gedicht. Op 17
november vindt de plechtige intrede plaats van predikant Ds. Hermannus Wyferding.
1581
De oude kansel wordt verplaatst naar het midden van
de kerk en het aloude Schepengestoelte, inmiddels zwaar gehavend door de beeldenstorm
worden verplaatst tussen de midden en noordbeuk van het middenschip.
1593
Burgemeesteren en Schepenen van de Stad Zwolle
roepen eenieder op om de ontvreemde kunstwerken uit de Sint Michaelkerk in te leveren ten
Stadhuize. Omvangrijke voormalige kerkelijke bezittingen en veel goud- en zilverwerk en
andere kostbare voorwerpen zijn in andere handen terechtgekomen. Voor een groot gedeelte
in handen van dieven, dievan de gelegenheid gebruik maakten om uit roof uit te gaan,
gedeeltelijk waren ook kunstvoorwerpen in handen gekomen van getrouwe Katholieken die de
goederen in geheim bewaarden en later veilig stelden buiten de stad. Zo zijn er veel
kerkschatten uit de kerk overal verspreid en kan men in musea nog steeds kunstvoorwerpen
uit de oude Sint Michaelskerk zien.
1594
Er vindt een aanbesteding plaats voor het herstel
van het orgel dat gebroken is. Schepenen en Raad besluiten tot afsluiting van het koor.
1597
Vervaardiging van het Koorhek als geschenk van de
gilden door bouwmeester Swier Kistemaker, de geelkoperen ballusters werden geleverd door
de Zwolse geelgieter Gert Sweelinck. Een van de meestertimmerlieden van de stad
"Hendrik Vrijlinck", werkt met zijn leerlingen aan deze kansel.
1606
In de nacht van 24 op 25 juni sloeg de bliksem
opnieuw in de toren. Nu brandde echter niet alleen de spits af,maar zette zich het vuur
door tot in de toren zelf, waarbij alle klokken naar beneden vielen. De schade was groot.
1608
De torenspits is hersteld, bovendien was het gelukt
een nieuw klokkenspel in de toren aan te brengen, nog groter en fraaier dan het oude.
Zwier Kistemaker vervaardigt de nieuwe wijzerplaten en meester Cornelis Welmers verguldt
deze.
1611
Er worden 4 kleine speelklokken en een beiaardklok
van 72 pond besteld bij Jan Burgerhuys te Middelburg omdat men de Kampse Klokgieter
Hendrick Wegewaert niet vertrouwt. De klokken worden ook ter plekke gegoten.
1614
De Kamper architekt Thomas Berend(Soon)zen voltooid
de nieuwe Hoofdwacht die op de plaats kwam van het reeds gesloopte "Wachthuis"
en en deel van de sacristie.
1615
Op 6 maart besluiten Schepenen en Raad van de Stad
en een nieuwe kansel en raadsgestoelte te plaatsen in de middenbeuk van de kerk.
1617-1622
Bouw van de fraaie kansel door meester Adam Straeß
van Weilburg uit Nassau. Op 26 augustus 1616 werd, in het stadswijnhuis een overeenkomst
gesloten tussen de de Schepenen, kerkmeesters en "Meister Adam den
Kystemaecker".
1623
De stadswapens op de nieuwe preekstoel worden
geschilderd in de Zwolse kleuren.
1629
Marcus Keiteler maakt een nieuwe draak voor boven
de toreningang onder het St.Michaelsbeeld. Meester Hendrick Eyckhorn verguldt de draak.
1632
Er komen matten op de bank en in de stoel van de
rector van de Latijnse school.
1641
Het grote orgel wordt gerestaureerd. Hiervoor werd
op 17 september 1641 een contract gesloten met "Jan Morleth III, organier"
afkomstig te Arnhem en nu wonend te Kalkar. Hij wordt geassisteerd door Rienier Hendriksz.
Roelvinck die in 1643 nog wordt betaald "voer maecken ende reparieren van t
orgel in die Sanct Michaelskirche te Zwolle". Op 17 september van dat jaar wordt de
opdracht omschreven "Ordonantie van het Groote Orgel in de parochye kerke deser Stadt
Zwoll".
1653
Het carillon van de Sint Michaelskerk krijgt een
internationale faam wanneer de uit Engeland afkomstige officier Robert Bargrave de klanken
van dit fraaie klokkenspel beschrijft.
1658
Het oude schepengestoelte wordt gesloopt vanwege de
bouwvalligheid en de heiligenbeelden die zich erop bevinden.
1659
Op 14 april, des zaterdags voor palmzondag, stort
het gewelf van het Noorderportaal in en wordt niet meer opgebouwd.

·
De Sint Michaelskerk
voor 1669, de grote brand waarbij de toren werd verwoest.
1669
Op "maandach den 7 junius omtent ein ure of
half twee" sloeg de bliksem in de torenspits, direct onder de pijnappel. In vier uur
tijds brandde torenspits af tot aan het muurwerk van de toren. Twee verdiepingsvloeren
brandden uit. Ook de klokken werden niet gespaard. De hoofdingang was onbruikbaar
geworden.
1672
Op 16 juni van dat jaar maken paters Jezuïeten
zich meester van de kerk in de zuiderbeuk op het O.L.Vrouwenkoor wordt een altaar
opgericht. In juli trekken Munsterse en Franse troepen Zwolle binnen. Bij een bezoek aan
de St.Michaelskerk belooft de bisschop van Munster Christoph B. Van Galen de toren te
zullen herbouwen. De St.Michaelskerk zou een kapittelkerk moeten worden waarbij op meer
inkomsten gerekend kon worden. De Vorst-Bisschop benoemt de geestelijken Arnoldus Waijer
en Bernard van Sommeren tot pastoors van de St.Michaelskerk. In het Pieterskoor wordt een
barokaltaar gebouwd met een schilderij van O.L.Vrouw. Het altaar was van hout en
geschilderd door Egbert Goltbeeck. Het barokke hoogaltaar dat in het Michaelskoor werd
geplaatst vertoonde het schilderij van de Verrijzenis van Christus. Daarboven stond een
beeld van Sint Michael. Op pastoor Wayer's uitrukkelijke wens bleef het koorhek staan.
Boven op het koorhek stond het houten Kruis van het H.Geestgasthuis, een kruis dat nu nog
in de O.L.Vrouwbasiliek wordt bewaard.
Hendrick Vermeer krijgt opdracht het St. Michaelsbeeld boven het portaal van de toren te
restaureren.
1673
Op de zondagochtend na Hemelvaart betrad pastoor
Wayer voor het laatst de kansel, tijdens de Hoogmis Mis kreeg hij te horen dat de
Munsterse en Franse bezetting de stad zou gaan verlaten. Eind van die dag waren de altaren
geruimd, schilderijen geborgen. De kerk kon weer worden betrokken door de gereformeerde
gemeente.
1682
Op 4 december werd de toren hersteld opgeleverd met
een plat dak. Stadsmetselaar Abraham de Kock liet van Bentheimer zandsteen een zware
balustrade plaatsen. Het St. Michaelsbeeld wordt boven de toreningang verwijderd waardoor
de toren ernstige mankementen gaat vertonen. Er komen grote scheuren in de muren van dit
hoge bouwwerk dat het begin van het einde van de toren zal inluiden. De klokken van het zo
roemrijke klokkenspel zijn meer dan 20 jaar door de stad in depot gehouden met de
bedoeling bij een gunstige gelegenheid een nieuwe beiaard aan te brengen. Tot herbouw van
de toren is het nooit meer gekomen.
1683
Op zaterdag 6 december stortte de toren in, na een
zware storm die de dag tevoren over de stad als verwoestende schade had aangericht.
Ooggetuigen beschrijven de ramp van het ineenstortten van de torenstomp.: "Dit vallen
van zulcken geweldig en zwaar gebouw veroorzaakte een verschrikkelijke slag en een enorme
stofwolk in de lucht. De dreun kwam bijvoorbeeld hard aan op het Grote Kerkhof waar
"de begraven lijken der menschen wierden ontbloot en aarde en kisten als ikzelf hebbe
gezien". Aldus het ooggetuigenverslag van Johannes Cattenbelt. Het kerkgebouw was aan
de westzijde veranderd in een grote ruïne De toren had in haar val niet alleen de huizen
rondom de toren verpletterd. Een aantal gewelfvakken van de zuider- en noorderbeuk zwaar
beschadigt. Pogingen van de burgerij om de toren en muurresten omver te trekken hielpen
niet totdat een tweede storm, aan het eind van de decembermaand, het werk overnam. Het
laatste restant van de toren stortte daarmee in. Het grote orgel werd grotendeels
verwoest. Resten van pijp- en registerwerk werd opgeslagen in afwachting van betere
tijden
.
1686-1688
Een nieuwe gevel wordt geplaatst als westelijke
sluiting van de noorder en zuiderbeuk. De Consistoriekamer wordt gebouwd onder leiding van
de stadsbouwmeester Gerrit Baver. Hermannus van Arnhem en Berend Tigler werkten aan
de aankleding van de benedenruimte waarvoor Hendrik ten Oever zijn meesterwerk schilderde.
In 1724 kocht men te s-Gravenhage een verguld houten kroonluchter naar ontwerp van
de Franse kunstenaar in "Hollandse dienst" Daniel Marot.
1689
Op 1 november vindt de verkoop plaats van het
pijpwerk van het oude grote orgel dit ten behoeve van de aanschaf van
"klokspijs" voor de vervaardiging van nieuwe luidklokken voor de toren. Enkele
pijpen van het oude orgel worden door de Zwolse orgelbouwer Frans Casper Schnitger
gebruikt in het nieuwe orgel voor de Lutherse kerk in de Koestraat. Dit orgel werd in 1917
gesloopt.
1694
Het stadsbestuur verkoopt 33.238 pond klokspijs in
de vorm van hele en gebroken klokken aan de Amsterdamse gieter Pieter Vermaten voor de
prijs van 14.212,--
1710
Met een vorstelijke gift van Bernardus Huete, arts
en burgemeester te Zwolle werden voorbereidingen getroffen tot de bouw van een nieuw barok
orgel.
1719
In dat jaar begonnen de gebroeders Frans Caspar en
Johan Jurgen Schnitger (zonen van Arp Schnitger) met de bouw van een drie klaviersorgel.
Door de Amsterdamse bouwmeester en schrijnwerker Jurriaan Westerman werd het ontwerp van
de orgelkast gemaakt. Herman van de Borgh vervaardigde "alle cieraden, welcke
enigsints onder dien naam tot het nije orgel gehoren". De overeenkomst werd op 6
september van dat jaar in het Stadswijnhuis gesloten.
1720
Bouw van het Zuiderportaal door Jurriaan Westermann
die daarna de opdracht kreeg voor het houtsnijwerk aan het nieuwe orgel. Op 30 April
offreerden de gebroeders Schnitger, het instrument met een vierde manuaal, een borst- of
rugwerk, uit te breiden. Het orgel werd opgeleverd met totaal 63 stemmen.
1721
In oktober van dat jaar wordt het orgel feestelijk
in gebruik genomen en door drie organisten uit die tijd gekeurd, te weten: Evert
Havercamp, Nicolaas Woordhouder en Aeneas Egbertus Veldcamps. Beroemde Zwolse organisten
en stedelijke "muzijk directeuren" waren Johan G. Nicolai en Johann Carl Rohner
(1774-1837).
1722
De Amsterdamse schilder Anthony Aardewijn krijgt de
opdracht het barokorgel in de Grote Kerk te beschilderen. Op 22 oktober wordt een begin
gemaakt met het ophogen van de kerkvloer en het verplaatsen van de Meente- en
Schepenbanken.
1723
Op 1 mei wordt besloten een groot aantal
grafkelders en grafstenen openbaar te veilen. Deze openbare veiling vond plaats in het
"Stadswijnhuis" aan de rand van het Grote Kerkhof.
1787.
Patriotten bezetten de Sint Michaelskerk in januari
van dat jaar om de ontevredenheid jegens de Magistraten van de Stad kracht bij te zetten.
Aanderen maken van der gelegenheid gebruik om de representatie van de Adel in de kerk te
verwijderen, fraaie3 gebeeldhouwde grafplaten en rouwborden moeten het ontgelden.
1813
In april van dat jaar kwamen Kozakken vanuit de
Sassenpoort de Stad biunnen. Ze kregen inkwartiering in de Sint Michaelskerk waar ook hun
paarden werden gestald. Fraaie baanken, waaronder de oude Schepenbanken werden van hun
baldakijnen beroofd, rouwborden wrden in brand gestoken. En ander meubilair opgebrand. Ook
bij het doortrekken van gealieerde legers in 1814 had het kerkinterieur veel te lijden.
1827
Sluiting van het Grote Kerkhof. De begraafplaats
telt dan 1800 genummerde en afgeperkte graven.
1853
Op 7 april van dat jaar wordt aan de firma Johann
Christoph Scheuer en Zonen, orgelbouwers te Zwolle de opdracht gegeven het orgel schoon te
maken en te restaureren.
1875
De Kerkvoogden der Nederlands Hervormde kerk
besluiten tot herstel van de zwaar gehavende vensters in de St.Michaelskerk. De harnassen
van vele vensters waren door gietijzer vervangen. Ingediende ontwerpen tot herstel omdat
zij teveel "eigentijds" waren. Besloten wordt een grondige inspectie van het
kerkgebouw door een Commissie van Rijksadviseurs van Monumentenzorg. Op 8 maart van dat
jaar maakte Dr. P.J.H. Cuijpers zijn opwachting in de kerkvoogdijvergadering. Volgens
Cuijpers moest de gehele kerk hersteld worden.
1876
In oktober wordt een restauratieplan van Cuijpers
besproken. Het grootste restauratiewerk was de ommanteling en het vernieuwen van de gehele
buitenmuur en de restauratie van het Noorderportaal dat er zeer gehavend en onvoltooid bij
stond. De spits van het portaal was al verwijderd voor instortingsgevaar en de ingang was
buiten gebruik. Ook de drie oostelijk gelegen koren waren aan algehele restauratie toe.
Het plan van Rijksbouwmeester Cuijpers was een nieuwe spits op het Noorderportaal te
plaatsen en de ingang te voorzien van beelden op de leegstaande consoles van St.Michael,
Maria en Johannes. De geschatte kosten: 83.600,00.
1881
De Hervormde gemeente diende onder leiding van haar
President Mr. W.E.E. Baron van Aaersen Beijeren van Voshol een alternatief plan in van de
Zwolse architect F.C. Koch. Toestemming en subsidie wordt verleend op bepaalde
voorwaarden.
1882-1886
Grote Restauratie van de St.Michaelskerk door
aannemer Meijer kon beginnen. De Zwolse architect F.C. Koch had het dagelijkse toezicht en
leiding. De inspectie was in handen van dr. P.J.H. Cuijpers en L.C. Hezemans Het rijk
stelde 40.000,-- beschikbaar. Tufsteen van het buitenmuurwerk werd besteld in Brohl
(Eifel). Bentheimer steen werd eveneens gekocht voor de afwerking van de drie koren.
1883
Het zwaar gehavende Noorderportaal wordt
gerestaureerd en van een zoldering voorzien. Tegelijkertijd wordt de fraaie beschilderde
orgelkast "geloogd" en van haar fraaie kleuren ontdaan. De restauratie en de
"vernieuwing" van het orgel wordt uitgevoerd door de firmas van Oechelen
en J. Proper.
1888
Het 5,5 meter hoge beeld van St. Michael wordt
boven op de spits geplaatst (door de Quellinusschool te Amsterdam vervaardigd)
1889
De Kerkvoogden der Hervormde Gemeente kopen het
vervallen pand van het voormalige Vleeshuis. Dr. Cuijpers krijgt de opdracht voor een
ontwerp voor een Catechisatieruimte en kerkeraadskamer dat in 1890 word opgetrokken. De
noord-oostelijke ingangspartij in het O.L.Vrouwekoor (in de 18e eeuw
aangebracht) werd gesloten en verwijderd op uitdrukkelijke wens van Dr. P.J.H. Cuijpers en
de staatssecretaris van de Kunsten Victor de Stuerss.
1895
Het interieur wordt aangepakt, witte kalklagen
werden verwijderd waardoor op enkele plaatsen fresco"s tevoorschijn kwamen. De
kapitelen werd opnieuw verguld. In de gewelven werden nieuwe schilderingen aangebracht,
behalve in het koor waar St.Michael terug kwam onder de kalklaag. Kroonluchters werden
aangeschaft en van het steigerhout werden vloeren gelegd waarop nieuwe banken werden
vervaardigd. Door een gift van notaris Kaempf werd het middengedeelte voorzien van banken
door timmerman Volkers.
1896
Vanaf Pinksteren wordt de kerk gesloten voor het
herleggen van de grafstenen en op 30 augustus kon het kerkgebouw weer in gebruik worden
genomen. De totale kosten van de restauratie kwamen uit op 113.000,--
1897
Op 28 augustus wordt de herdenkingssteen onthuld in
de noordgevel van de Noordbeuk met de woorden D(eo) O(ptimo) M(axima) = Gewijd aan God, de
Allerbeste, de allerhoogste. Op de marmeren gedenkplaat prijkt de naam van de President
Kerkvoogd Baron van Aerssen Beijeren van Voshol, onder wiens leiding de restauratie werd
aangestuurd.
1953/56
Herstel van het "barokke" Schnitgerorgel
door de Zaanse orgelbouwer D.A. Flentrop
1967
Tijdens een storm werd het beeld van St.Michael op
de spits van het Noorderportaal vrij ernstig beschadigd en daarna gerestaureerd.
1982/1984
Restauratiewerkzaamheden, waarbij tevens de
gewelven werden onderzocht naar scheurvorming. Kosten 3 miljoen gulden.
1986-1987
Restauratie van het kerkdak en het interieur van de
Consistoriekamer
1984
Tijdens een drukke "Blauwvingerdag" in
juli raakte de torenspits op het Noorderportaal in brand maar werd weer hersteld. Later
bleek dast deze brand is ontstaan bij las-restauratiewerkzaamheden in de dakgoot
1990-1994
Restauratie van 28 vensters. Totale kosten 2,8
miljoen gulden.
1993/1994
Restauratie van de gewelfribben Totale kosten 3
miljoen gulden.
1995
Bij het aanleggen van een nieuwe fontein (juni)
werden de fundamenten van de oude doopkapel en de fundamenten van de westgevel van de
zuidbeuk blootgelegd. Helaas werden de oude kerkfundamenten weer onder het zand bedolven
en prijkt op de fundamenten van de voormalige doopkapel een fontein.
1996
Heropening van Grote Kerk door Z.K.H. Prins Willem
Alexander nadat het kerkgebouw gereed kwam na een restauratie van de vensters en de ribben
in de gewelven voor ruim 4 miljoen gulden. Het nieuwe glas-in-lood venster in het
St.Michaelskoor is een geschenk van de gemeente Zwolle aan de kerk als herinnering van de
eeuwenlange verbondenheid van de kerk en de Stad Zwolle. Het ontwerp voor het raam is van
H.H.J. Kurvers.
Harry Vrielink
Swollensis Die 29. Septembris, In Dedicatione S.
Michaelis Archangeli Patrono die Ecclesiae et civitatus de Swollensis 2000
Zwolle , 29 sept 2000 op het feest van de Heilige
Aartsengel Michael, patroon van de Heilige Kerk en de Hanzestade Zwolle
=========================================================================================================================
Bronnen:
- de Vries. Thom.J. Gedenkboek van de
St.Michaelsparochie 1641-1941
- de Vries. Thom J. Geschiedenis van Zwolle,
1961 Erven J.J. Tijl Zwolle
- de Vries. Thom J. Zwolle Monstratio , 1952,
Uitgeversmij. Tjeenk & Willink Zwolle
- de Vries. Dirk .J. Johan van den Mynnesten
en zijn tijdgenoten te Zwolle in "Van Beek en Land en Mensenhand", 1985
- de Vries. Dirk .J. Bouwen in de late
middeleeuwen, Utrecht 1994
- Schoengen. M. De Parochiekerk St. Michael
en hare altaren in Archief v.h. Aartsbisdom Utrecht, 1931
- Hoefer. F.A. Het sacramentshuisje in de
St.Michaelskerk te Zwolle en zijn vervaardiger, in VORG nr 23 (1904)
- Hoefer. F.A. Wandelingen door Oud Zwolle,
heruitgave 1981 De Slegte B.V.
- Erdtsieck. J. Een restauratie in de 19e
eeuw, de Grote kerk van de ondergang gered in ZHT 15e jrg 1998,nr. 2
- Vente. M.A. Vijf eeuwen Zwolse orgels
1447-1971. , Amsterdam 1971
- Hendrikman. Ton/Vrielink Harry. De
spectaculaire vondst van een doopkapel bij de westgevel sporen van de vroegste
geschiedenis van de St.Michaelskerk in Zwolle", IJsselakademie Kampen, 1996
- Kronenburg. J.A.F. Neerlands Heiligen in de
vroege middeleeuwen, F.J.H.Bekker Amsterdam 1902
- Schafer. Ulrich Spatgotischen Holzfiguren
in Niederrein um 1500 in "Kunsten in Zeiten der Hochkonjunktur, Munster 1989
- Van de Graft. Catherina Willem Backerweerd,
beeldhouwer en bouwmeester. In KNOB
- Elte. S/Berkenvelder. F.C/Huijsmans. W.A.
Maandrekeningen van Zwolle 1399-1450. GAZ 1970-1995.
- Berkenvelder. F.C. Zwolse Regesten
1400-1550, Uitgeverij Waanders 1980-1997
- Fehrman. C.N. De Kamper Klokgieters, hun
naaste verwanten en leerlingen. Kok Kampen 1967
Uitgave ©
Stichting Levende Stadsgeschiedenis Zwolle 9 mei 2000
|